week44: 10 mei t/m 16 mei 2004 | geschreven door: René | |
Strand, varen, snorkelen en duiken. | ||
![]() Voor de middag nog een belangrijk evenement want we gaan bij het Qantas reisbureau de definitieve terugvlucht boeken. Volgens de Lonely Planet zit er in Mackay een Qantas Office. Nou dat zat er inderdaad, echter het boeken van vluchten deden ze daar niet. We kregen een telefoonnummer om dat zelf met het hoofdkantoor van Qantas te regelen. In eerste instantie hadden we een beetje de pee in, het leek ons juist zo makkelijk om dat te laten uitzoeken door een reisbureau. Nu moeten we het hele verhaal via de telefoon gaan organiseren. Maar goed, we hebben geen andere keus. Terug op de camping hebben we al ons muntgeld bij elkaar gezocht om in de telefooncel te gebruiken voor het boeken van de tickets. Gewapend met alle open-tickets, een schrijfblok en de creditcard heb ik m’n intrek genomen in de telefooncel. Tegen alle verwachtingen in had ik vrij snel de juiste persoon aan de lijn. En het bijvullen van de munten viel ook erg mee, het was een landelijk nummer tegen lokaal tarief, dus voor 40 dollarcent was alles geregeld. Wat wel wat duurder uitviel was het wijzigen van de route. Vooraf (meer dan een jaar geleden) hadden we het idee om weer via Perth terug te vliegen, vervolgens Signapore, daarna Londen en tenslotte Amsterdam. Maar al vanaf onze aankomst in Australië hadden we in de gaten dat dat niet handig zou zijn Je moet tenslotte erg rekening houden met de seizoenen. We vliegen nu van Cairns naar Signapore, de rest blijft gelijk. Het wijzigen kost 4 x 140 euro, jammer maar helaas! De terugvlucht staat nu gepland op 4 en 5 juli, tijdens de EK-finale zitten we in de lucht. De aansluitingen zitten redelijk dicht op elkaar, we willen er snel vanaf zijn. Op maandag 5 juli komen we aan het eind van de ochtend aan in Nederland. Dinsdag 11 mei. We rijden vandaag van Mackay naar Airlie Beach, bijna 170 kilometer. Airlie Beach is het toeristische centrum van de Whitsundays. Een grote verzameling fantastische eilandjes redelijk dicht bij de kust. Zo ongeveer midden in het Great Barrier Reef en overal prachtige stranden. Het is hét watersportgebied van de Oostkust. We hadden in eerste instantie het plan om zelf een zeiljacht te huren voor een paar dagen maar dat bleek ontzettend kostbaar te zijn. Maar we gaan vanmiddag wat georganiseerde tripjes boeken. De camping is van het type “als de kinderen zich vermaken dan hebben de ouders het ook naar hun zin”. Een gigantisch zwembad, lekker warm, met 2 waterglijbanen. En tot onze grote verrassing weer een “Gigantic Jumping Pillow”, ofwel het type springkussen wat we steeds vaker tegenkomen en waar de dames helemaal gek van zijn. Het meest blij waren ze eigenlijk met de heerlijk gladde weggetjes op de camping, ze hebben nog nooit zo goed kunnen scooteren als hier. Verder is alles ook dik in orde, een heerlijk plekje, fantastisch weer en schoon sanitair. Hoe simpel kan je mensen blij maken! Halverwege de middag rijden we naar het centrum van Airlie Beach. We hadden gehoopt op een Toeristic Information Centre voor goede informatie over geschikte uitstapjes. Maar het geven van informatie en het boeken van tripjes hadden de verschillende organisaties in eigen hand genomen. Het was een aaneenschakeling van boekingsbureautjes, divecentres, backpackershostels en toeristische winkeltjes. Wel gezellig trouwens met op de achtergrond het decor van een azuurblauwe zee, prachtige bergen, heerlijke eilandjes en een heleboel bootjes. We hebben het allemaal bekeken en vervolgens besloten dat we de tripjes wel op de camping gaan boeken. Een leuk aspect aan Airlie Beach is de zogenaamde lagoon. Direct aan zee hebben ze een kunstmatige lagoon aangelegd om te zwemmen. Compleet met lifeguards en de prachtige uitzichten over de zee. De belangrijkste reden voor het aanleggen van zo’n afgebakende pool is de boxjelly, ofwel de stinger. Dat is een type kwal waar je niet mee in aanraking moet komen. Ze kunnen levensgevaarlijk zijn en geven blijvende herinneringen en overlast. Ze zitten in dit deel van de Oostkust tussen oktober en mei. Dat is natuurlijk niet echt goed voor het toerisme. Dus dan leggen we toch gewoon een lagoon aan van een metertje of 110. In principe zijn de boxjelly’s nu dus weg, maar we laten ons zeker even goed informeren. Terug op de camping hebben we onze uitjes besproken. Morgen gaan we met z’n viertjes (en anderen) een dag op een catamaran varen naar een aantal mooie plekken in dit gebied. Daar kunnen we snorkelen en Thea en ik hebben als extraatje weer 2 Scubadives geboekt. Ik ben benieuwd of we het nog kunnen. Vrijdag gaan we weer op een boot, ditmaal zonder zeil, die ons naar twee prachtige eilanden brengt waar weer allerlei activiteiten zijn. Goede vooruitzichten dus! Woensdag 12 mei. De wekker liep vanochtend om half zeven af. Inderdaad, dat lijkt niet echt op vakantie. Maar de reden voor dit vroege opstaan was een heerlijke dag varen, duiken en snorkelen. We werden om half acht door een bus opgepikt bij de uitgang van de camping. Samen met nog een twintigtal anderen rijden we naar de haven van Airlie Beach. We worden allerhartelijkst ontvangen door een deel van de bemanning en stappen om kwart voor acht aan boord van een grote, gele catamaran. Twee minuten later varen we al de haven uit, op weg naar Hook Island, ruim twee uur varen. Behalve de 21 deelnemers aan deze dagtocht zijn er maar liefst 6 bemanningsleden. Dat is ook wel handig want er zijn meerdere activiteiten vandaag. Er is een groepje dat alleen gaat snorkelen, Lisa en Mirthe horen daar ook bij. Er is een groep die een introductieduik gaat doen, Thea en ik zijn al voldoende gecertificeerd en gaan 2 gewone duiken doen. En er is een groepje dat vandaag een driedaagse duikcursus gaat afronden. Ieder groepje heeft een eigen begeleider, Thea en ik gaan twee keer duiken met Fern, een stoere duikinstructrice. De heenweg wordt vooral gebruikt voor allerlei instructies en het invullen van de nodige vrijwaringformulieren. Je moet nogal wat handtekeningen zetten om zodoende de verantwoordelijkheid bij de organisator weg te halen. Na deze rompslomp drinken we koffie en thee en komen al aardig in de buurt van onze duik/snorkelplek. Heerlijk in het zonnetje op één van de twee trampolines aan de voorkant van de catamaran. Bij Hook Island, één van de 70 eilandjes van de Whitsundays, liggen al wat meer bootjes van andere duik/snorkelbedrijfjes. Lisa en Mirthe worden in een speciaal pak, een stingersuit, gehesen om geen risico te lopen op erg vervelende prikjes van de stinger, ofwel de boxjelly. Ze zijn er waarschijnlijk al niet meer, het water wordt namelijk te koud (slechts 25 graden) maar je weet maar nooit. Thea en ik trekken een wetsuit aan om geen kou te lijden tijdens onze duik. Behalve de wetsuit natuurlijk nog veel meer toestanden aan ons lijf, flippers, loodgordel, opblaasbaar vest, zuurstoffles, de nodige meters, twee regulators om te kunnen ademhalen en een duikmasker. We worden met een bootje een eindje naar de kant gebracht om met een achterwaartse salto het water in te plonzen. Behoorlijk onwennig gaan we langzaam naar beneden. De eerste minuten heb ik het behoorlijk druk om in een goed ademhalingsritme te komen. Maar na een poosje begint het echte genieten. Fantastisch koraal onder ons, in allerlei vormen en afmetingen. Het aantal vissen is een stuk minder dan tijdens onze eerste duikervaringen in Exmouth maar de hoeveelheid prachtig koraal maakt alles goed. Zoveel verschillende vormen en kleuren koraal hebben we nog nooit gezien. Overal waar we zwemmen is het volop aanwezig, het is echt genieten geblazen. Na 40 minuten komen we weer boven water, dat ligt vooral aan mij want ik ben nogal een grote zuurstofverbruiker. Een kleine 50 meter verderop zien we de buisjes van het groepje snorkelaars boven water steken. Lisa en Mirthe zijn daar ook bij. We ontdoen ons van onze duikuitrusting, dat wordt met een bootje naar de catamaran gebracht, en zwemmen met onze flippers en snorkel naar onze twee dappere dametjes. Die lagen al bijna een uur in het water te snorkelen, ze vonden het prachtig maar kregen het zo langzamerhand wel erg koud. Met z’n vieren zijn we naar het strand gezwommen. Flippers en masker af en heerlijk opdrogen in het zonnetje. Om ons heen laat de wereld zich van haar beste kant zien. Het is alsof je in een reisbrochure rondloopt. We laten ons door een kleiner bootje naar de catamaran brengen. Daar komt zo langzamerhand de hele groep weer bij elkaar en wordt er een heerlijke lunch klaargezet. Al lunchend varen we naar een andere baai van het eiland om ‘s middags nog maar een duikje te nemen. Voor Lisa en Mirthe hebben we ook twee echte wetsuits geregeld zodat ze het minder koud zullen hebben. Onze tweede duik verloopt alweer een stuk makkelijker dan de eerste. Hoewel het water iets troebeler is dan bij de eerste duik zien we ook hier weer prachtig koraal. Hele muren beplakt met prachtige vormen, weilandjes met struikachtige stukken koraal en allerlei andere rare vormen. Als we wat minder diep zwemmen schijnt de zon er prachtig doorheen. Zo hier en daar wat vissen in bijzondere kleuren, kortom alweer een heerlijke ervaring. Na de tweede duik doen we snel onze uitrusting af om nog even met z’n viertjes te kunnen snorkelen. Heel bijzonder om daar met de meisjes nog even naar het koraal en de aparte vissen te kunnen kijken. Na twintig minuten snorkelen worden we aan boord gedirigeerd want de terugreis gaat beginnen. Weer een tocht van ruim twee uur, maar zeker geen vervelende! Overal eilandjes, bootjes en een stralende zon. Het zeil wordt nog wel even gehesen maar helaas staat er te weinig wind om de motor uit te zetten. Na aankomst in de haven worden we weer keurig thuisgebracht en ’s avonds is iedereen behoorlijk moe. We kruipen er vroeg in want alle bijzondere indrukken hebben ons behoorlijk afgemat. We hebben wel een absolute topdag achter de rug! Donderdag 13 mei. Vandaag geen bijzondere verplichtingen. Voor de middag hebben we wel wat plannetjes maar de ochtend brengen we lekker rustig door op de camping. De kids zijn weer druk met hun schoolwerk en komen al aardig bij het einde van hun jaarschema. Aan het eind van de ochtend nemen we nog een duik in het heerlijke zwembad. Na de lunch rijden we richting Shute Harbour, een kleine tien kilometer voorbij Airlie Beach. We hadden de verwachting dat het ook een echt plaatsje zou zijn maar eigenlijk is het alleen maar een wat grotere haven waar de grote touroperators hun tripjes naar de eilanden laten vertrekken. Maar dit alles wel weer in een fantastisch landschap, direct naast het Conway National Park. Het is nu ook ongeveer het eind van de natte periode dus de hele omgeving is heerlijk groen en volop begroeid. We rijden weer terug naar Airlie Beach om lekker bij de grote lagoon te gaan zonnen en zwemmen. Het is dus een soort groot binnenmeer. Je kan en mag hier 24 uur per dag gebruik van maken. Het water is heerlijk, het uitzicht fantastisch en de zon schijnt er vrolijk op los. Natuurlijk is hier ook een playground aanwezig. Niet echt een opgave om hier een poosje door te brengen met het gezin. We slenteren nog wat door het dorpje en rijden aan het eind van de middag weer richting camping. Zonder echt iets heel bijzonders te doen hebben we toch een prima dag. Na het avondeten nog lekker buitengezeten, niet tot echt laat want het wordt hier op een gegeven moment erg vochtig en klam. Vrijdag 14 mei. Vandaag weer een uitje, we hebben een twee-eilanden tocht geboekt. Om half negen gaan we met een bus richting Shute Harbour, een kleine 10 kilometer voorbij Airlie Beach. Daar ligt een grote ferry die ons naar Hamilton Island gaat brengen. De WhitSundays bestaan uit 74 eilandjes waarvan er slechts 7 bebouwd zijn met resorts (vakantieparadijsjes). Hamilton Island is één van de mooiste bebouwde-eilanden en we mogen er tijdens onze aanwezigheid gebruik maken van de ressortvoorzieningen. Dat betekent in dit geval dat we een giga-zwembad tot onze beschikking hebben met uitzicht over een prachtig strand en baai. Veel palmbomen, veel zon, veel terras, veel bootjes, veel pret dus. Behalve het resort staan er ook nog een aantal hypermooie huizen op dit eiland, je moet echt rijk zijn om hier een stulpje te hebben. Het favoriete vervoersmiddel is een elektrische golfcar, die worden hier buggy’s genoemd. Tijdens onze wandeling over het eilandje zien we er tientallen langs ons heen suizen. We vergapen ons een uurtje of twee aan al het moois en wandelen dan weer richting haven waar we met een andere ferry naar Whitehaven Beach worden gebracht. Whitehaven Beach is het mooiste strand van de WhitSundays. Ongeveer 6 kilometer superwit, schoon silicazand. Daarachter veel bossen en ervoor een superbaai. Op de 45 minuten durende boottocht naar dit strand hebben we heerlijk kunnen lunchen. Lekkere salades, broodjes, pasta en een grote hoeveelheid vlees van de barbecue. Een meter of vijftig voor het strand gaat de ferry voor anker en worden we met een varend ponton naar de vaste wal gebracht. Er lagen al veel meer boten voor anker en het is een typische Bounty-reclame (mag ook Bacardi zijn) omgeving. Aan boord hebben we nog wat stingersuits uitgereikt gekregen. Waarschijnlijk zijn de gevaarlijke beestjes al verdwenen maar je weet maar nooit. Bovendien staan ze nog eens supercharmant en ze kleden heerlijk af. Lisa en Mirthe bouwen weer een prachtig zandkasteel, het silicazand blijkt uitermate geschikt te zijn om mee te bouwen. Ik ga nog even met de meisjes het water in, natuurlijk gekleed in onze strakke pakjes. Tegen het eind van de middag varen we weer terug naar Hamilton Island waar we net genoeg overstaptijd hebben voor het eten van een ijsje. Met weer een andere ferry varen we tenslotte terug naar ons oorspronkelijke vertrekpunt, Shute Harbour. Tenslotte nog een half uurtje in de bus en tegen half zes zijn we weer op de camping. Dankzij onze twee tripjes hebben we een redelijk beeld gekregen van de Whitsunday Islands. Een prachtig gebied voor de Oostkust van Australië waar veel toeristen (vooral backpackers) op af komen. En dat alles aan de rand van het Great Barrier Reef. Ook als vis heb je hier niet te klagen over het uitzicht. Zaterdag 15 mei. Onze laatste dag in Airlie Beach. De ochtend besteden we voor een deel aan onze “huishoudelijke taken”. Aan het eind van de ochtend natuurlijk nog even gebruik maken van het heerlijke zwembad op de camping. Na de lunch rijden we een stukje het binnenland in, richting de Cedar Creek Falls. Ruim 30 kilometer van de camping, midden in een bos, een prachtige waterval met een klein meertje. Je kan er zwemmen maar het is verboden om van de waterval in het meer te springen. Nu hadden we die behoefte ook helemaal niet want de hoogte is minimaal een meter of twaalf. Thea ontdekt een paadje wat langs een heuvel uiteindelijk bij het bovenste deel van de waterval uitkomt. Het is op bepaalde plekken een behoorlijke klauterpartij maar daar draaien we onze hand niet meer voor om. We hebben al heel wat geklommen dit jaar. Boven aangekomen staan we eigenlijk middenin de mond van de waterval. Het uitzicht naar beneden, over het meertje en de bossen, is perfect. Langs ons stroomt het water over gladde rotsen, om uiteindelijk naar beneden te vallen. We maken wat mooie foto’s en klimmen weer naar beneden. Als we beneden zijn wordt het wat drukker aan het meertje, er zijn nu ook wat jongeren die hier waarschijnlijk wel vaker komen. En natuurlijk springen zij uiteindelijk wel naar beneden, niet allemaal van harte, maar ze willen niet voor elkaar onder doen. Tegen het eind van de middag zijn we weer terug op de camping. We hebben hier vijf dagen heerlijk gekampeerd. Het was een prima camping met goede faciliteiten. En Airlie Beach was ook wel heel bijzonder. Eén ding gaan we, vooral Lisa en ik, niet missen. De kleine vliegjes, midges genoemd, die ons ‘s ochtends en aan het begin van de avond flink lastigvallen. Ze horen bij deze prachtige omgeving maar waarom ze ons steeds willen prikken is mij een raadsel. Zondag 16 mei. We rijden van Airlie Beach naar Bowen, een ritje van ongeveer 75 kilometer. Bowen is aantrekkelijk vanwege de vele mooie stranden. Het is het Noordelijke puntje van de Whitsunday Islands. Het dorpje, ongeveer 9000 inwoners, ligt op een soort schiereiland met aan drie kanten de zee. Airlie Beach was een echte backpackers locatie, Bowen is dat een stuk minder. We rijden even het dorpje door om een beeld te krijgen en komen uiteindelijk aan bij een camping aan de Noordkant van het schiereiland. Na een korte inspectie kiezen we een plekje met uitzicht over de zee. Zo mooi staan we lang niet altijd, de camping is voorzien van een klein zwembad en perfect sanitair. Het enige nadeel is het hoge percentage oudere mensen dat hier is neergestreken. Nu hebben we niets tegen oudere mensen maar we vinden het leuker als er ook wat meer families en jongeren zijn. De middag gebruiken we om ons wat te oriënteren. We rijden door het dorp maar vanwege de zondag zijn de meeste winkels gesloten. Uiteindelijk strijken we neer aan het strand van de Horseshoe Bay. Volgens de brochure van Bowen, het meest mooie strand. Het is er inderdaad prachtig, een heerlijke baai ingesloten door massieve rotsblokken die de zee in lopen. Na een dik uur rijden we nog even naar een ander strand, Queens Beach. Hier is een gedeelte met een stingernet. Dat willen we ook eens even bekijken, maar het is er minder mooi dan bij Horseshoe Bay. Als we alle stranden van Bowen willen uitproberen dan krijgen we het nog druk, er zijn hier maar liefst 22 stranden in de nabije omgeving. En vier daarvan zijn Award Winning Beaches. Nu is het in Australië niet zo heel moeilijk om een Award te winnen want ze delen er hier nogal wat uit. Maar toch… |