Ga naar de inhoud

Week23

week23: 15 december t/m 21 december 2003 geschreven door: Thea
 Op de rand van een krater…

Op maandag voelt het al alsof we hier meer dan een dag zijn. Gisteren hebben we natuurlijk een behoorlijk deel van de omgeving vlakbij de camping verkend. Zoals gezegd, het voelt hier prettig aan. Boven op een berg, tussen de twee meren van Mount Gambier in. Wat ons in de afgelopen 5 maanden zeker heeft verwonderd, is de diversiteit van het land. Het is niet zo dat je ‘steeds hetzelfde op een andere plek’ ziet. Zeker niet. Het land verrast iedere keer weer. Dit vulkaangebied is wat ons betreft een nieuwe positieve verrassing, en bevestigt nog maar eens dat het meer dan de moeite waard is regelmatig van de kustlijn af te wijken.

Ook nu, een week voor de officiële schoolvakantie, geldt dat de camping behoorlijk leeg is. Dit is normaal wist de man achter de receptie mij te vertellen. Maar afijn, wij hebben dus een prima plekje kunnen uitzoeken, in de schaduw, redelijk dicht bij de toiletten en de speeltuin. De meiden vermaken zich in de loop van de middag prima in het zwembad. Het is maar een kleintje, maar niet koud. Dus het vakantiegevoel begint weer te komen 😉

De boodschappen worden weer geregeld, en we hangen lekker wat rond. Het is heerlijk weer. Lekker buiten leven en we kunnen zelfs ’s avonds buiten blijven zitten. Dit is toch alweer een tijdje geleden. Dus we hebben onder het genot van een biertje de wereldproblematiek maar weer eens besproken. Het nieuws van de dag is hier natuurlijk ook dat Saddam Hussein gevangen is. Soort van ongeloof toch wel, en ook de vraag: ‘Hoe nu verder?’. De dagen erna is het bijna verbijsterend te lezen hoe de opsporing is gegaan en hoe hij zich heeft overgegeven. En ook hoe klein zo’n ‘grote’ man lijkt te zijn. Verder zou ik hebben gedacht dat die man toch wel iets meer van orde en netheid hield. Hebben jullie die ‘keuken’ gezien, wat een zwijnenstal. Maar afijn, hij is gepakt. Nu afwachten hoe het verder verloopt in Irak.

Dinsdag besluiten we een toeristisch rondje buiten Mount Gambier te maken. Het bijzondere van deze omgeving zijn alle gaten en grotten die in de kalksteen (limestone) zijn ontstaan. Het water heeft in het poreuze kalksteen gezorgd voor ‘gaten’. En op een aantal plekken dus voor instortingen, deze worden ‘sinkholes’ genoemd. Het wordt hier dan ook de ‘Limestonecoast’ genoemd. Ook in het stadje zijn een aantal sinkholes die zijn omgebouwd tot tuinen. Het gaat hier vooral om ingestorte grotten. Er is ook nog een echte grot die onder het dorpje ligt, je kunt erin duiken, want net als het ‘Blue Lake’ zit die grot voor een deel vol met water. Maar hierover later meer. Vandaag dus een uitje buiten het dorp. We hadden al van meerdere mensen gehoord dat er ook een ‘Little Blue Lake’ is. Deze ligt een dikke 10 kilometer buiten het dorpje en is een geliefde zwemplek bij de locale jeugd. Aangezien de temperatuur vandaag dik de 30 graden te boven gaat, lijkt dit ons een prima beginnetje.

Lisa en Mirthe hebben zich amper geïnstalleerd op de achterbank, of we zijn er al. Eerst rijden we de plek nog voorbij, omdat er van de straatkant niets van een zwemplek te zien is, dat komt dus omdat het water in zo’n ‘gat’ staat. Wel is er een soort parkeerplaats aangelegd, dus we volgen de mensen maar die net voor ons arriveren. De plek is niet super groot, het meertje heeft een doorsnee van een meter of 40 (maar ja wat wil je, het heet ook ‘little’). En om het ‘gat’ is ook niet veel mooie begroeiing of zo, het zijn meer hoge rotswanden. Maar …. het water ziet er superhelder uit!! En er is wel een steiger aangelegd met een vlonder. Het nodigt bij deze warmte dan ook zeker uit een duik te nemen. De boekjes hadden ons gewaarschuwd dat het water het hele jaar door een temperatuur van ca. 14 graden zou hebben. Brrrr, maar het viel mee. Het water was toch zeker een graadje of 17. Goed te doen dus met deze hitte. En we zijn niet alleen afgekoeld, we zijn ook vermaakt door de plaatselijke jeugd. Die wierpen zich met ware doodsverachting van verschillende kanten van de rand van het gat. Eigenlijk verboden, maar wel een leuk gezicht.

Vervolgens de auto weer ingestapt. Net als bij dit meertje is er een goede 10 kilometer verderop een meertje dat gevoed wordt door grondwater. Op bepaalde plekken zou je zelfs duidelijk het grondwater door het zand naar boven kunnen zien komen. Dat klinkt natuurlijk goed. Ook deze attractie was niet erg makkelijk te vinden. Er stonden wel borden, maar aangekomen op de plek van bestemming leek het alleen een stroompje water met een aftands steigertje. Dit kon het toch niet zijn! We hebben ijverig verder gezocht. Zijn nog even om het gebied heengereden, maar moesten concluderen dat dit toch het beoogde einddoel was. Het water was inderdaad weer super helder, maar je kon maar een heel klein stukje van het water zien. Er liep wel een pad langs alledrie de ‘meertjes’ maar deze was niet te belopen. Het paadje, of wat er voor door moest gaan, was grotendeels overgroeid. Er was vanaf het pad geen water te zien, de begroeiing aan de rand van het water stond zó hoog dat dit je enige uitzicht was. En dan was er nog onze ware Australië plaag ……. vliegen. In grote hoeveelheden. Kortom, minder idyllisch dan wij ons hadden voorgesteld. Er stopte nog een jong stelletje waarvan de vrouwelijke helft ons enthousiast wist te vertellen dat het zó leuk was om je ongeveer 200 meter met het water mee te laten voeren. Maar, uhh, dit water was wel 14 graden, dus dat leek ons niet zo’n geweldig idee. Ach ja, soms zit het mee, en soms…….

Dus, hup in de auto maar weer. Het strand is tenslotte nu nog geen 3 kilometer verder. Nou, een strand kunnen we wel vinden, dus dat was weer prima. Ik zal jullie niet teveel met details vervelen, maar we kunnen melden dat het beachball record van beide dames steeds hoger komt 🙂 Aan het eind van de dag na het eten weer even naar de superspeeltuin bij Lake Valley gegaan. Heerlijk relaxed op het gras gelegen en gekeken naar de waterskiërs op het meer, terwijl de meiden zich opperbest vermaakten in de (stuk of) acht speeltuinen. Ondanks het mislukte tweede uitje toch een prima dag. Op één dingetje na dan. Ik ben vanochtend opgestaan met een soort hooikoorts. Eigenlijk was die de avond ervoor al begonnen, maar toen leek het nog mee te vallen. Zo niet vandaag. Ouderwets liep het ‘watersnot’ weer uit mijn neus, en ook mijn ogen voelden weer aan of ze een keer of drie zo dik waren. Dat had ik dus helemaal niet verwacht in Australië, maar goed, er zal hier ook af en toe wel iets in de bloei staan 😉 Lisa had er ’s avonds ook last van gekregen, maar bij haar was het de volgende ochtend duidelijk afgezakt. Nog even een plaatselijk meducijn (volgens Pippi) voor mij gehaald, maar volgens mij hielp dat niet geweldig. De volgende ochtend fijn een vertrouwde ‘claritine’ geslikt en binnen een uur hield de ellende op.

Bij het opstaan wachtte ons overigens een minder aangename weersverandering. Het weer was in de loop van de nacht geheel omgeslagen. Het voelde zelfs een beetje fris aan. Dit overigens geheel tegen de weersverwachting in. Wat krijgen we nou? Kijk dat in Nederland de weersvoorspelling niet altijd perfect is (understatement?) vooruit. Maar van de Australische voorspellingen hadden we tot nu toe een vrij hoge pet op. Ach, overdag hadden we niet zoveel op het programma staan dus zo’n ramp was het niet. We wilden ’s avonds nog wel even naar een paar sinkholes/tuinen die uitgedost zouden zijn met kerstverlichting.Toch blijft het een vreemd verschijnsel. Iedere keer denk ik dat de zomer definitief is aangebroken. Dat de truien in de mottenballen kunnen (ook al hebben we die niet bij ons), maar iedere keer valt dat weer tegen. Zoals gezegd was het dinsdag een graadje of 35, de woensdag kwam het kwik niet verder dan 18 graden. Op de plaatselijke radio probeerden ze er nog een positieve 20 graden van te maken, maar waarschijnlijk hadden ze de thermometer wat te dicht bij een lamp gehouden of zo. Ok, ok, het is nog steeds heel iets anders dan de 6 graden waar Nederland woensdag op kon rekenen, maar toch. Op het eind van de middag worden we zelfs nog getrakteerd op een regenbui!!! Kacheltje maar weer uit de stalling 🙁

En die hadden we zeker nodig. De regen bleek geen buitje. Alhoewel het me een beetje aan een Nederlandse weersvoorspelling deed denken. Vandaag 2 buien, ’s morgens één en ’s middags één. De hele avond bleef het regenen, tot zelfs diep in de nacht. Dit was de langste regenbui die wij tot nu toe in Australië hebben gehad. Ons plan om naar de sinkholes te gaan lag dus letterlijk in het water. Dit vonden we toch wel erg jammer. Familieberaad leverde op dat we nu maar beter nog twee nachtjes in Mt Gambier konden blijven. We wilden eerst een ‘tussenstop’ in Portland maken. Maar die komt nu te vervallen. Over 2 dagen vertrekken we nu rechtstreeks van hier naar onze kerstbestemming in Warrnambool.

De volgende dag is het droog. Het zonnetje doet haar best door de wolken te breken, maar heeft in het begin van de ochtend niet al te veel succes. De temperatuur is echter aangenaam, droog en korte broeken temperatuur, wij vinden het prima. We besluiten ’s middags vanaf de camping een wandeling te maken naar de hoogste plek in de omgeving. Omdat dit de hoogste plek is hebben ze er bijna 100 jaar geleden maar een toren op gezet. Die heet de ‘centenary tower’ en is gesticht vanwege het heugelijke feit dat de berg in 1800 Mt Gambier is genoemd. Dat noem ik nog eens reden voor een feestje. De zon heeft nu wel terrein gewonnen, en ik kan van deze plek meedelen dat het zweet ons allemaal weer op het voorhoofd heeft gestaan. Zeker op het gedeelte dat een stijgingspercentage van zeker meer dan 10% had. Maar goed, het was wel weer een leuk tochtje, met prima vergezichten. Ook de toren zelf was leuk. Erg smalle wenteltrapjes, en ook de balustrade leek nog niet helemaal afgestemd op de grootte van de mensen in de 21ste eeuw. Misschien wat klusjes voor een volgend feestje?

’s Avonds dan eindelijk naar de verlichte grottuinen/sinkholes. Wij waren reuze benieuwd. Aangezien hier in Australië genoeg mensen hun huizen tot ware kerstattracties omtoveren (beetje Amerikaanse invloed?), hebben wij hoge verwachtingen van de ‘kersttuinen’. Ach en wee, alweer een tegenvaller. Alhoewel de Umpherston Sinkhole werkelijk prachtig is, is er geen kerstverlichting te bekennen. Waarschijnlijk was het geld op of zo, hoe dan ook wij moesten het met de gewone verlichting doen. Maar zoals gezegd, die was dik in orde. We kwamen bij deze sinkhole toen het nog licht was. Gelukkig maar, want de foto’s zijn prima in orde. Deze sinkhole is door meneer Umpherston aangelegd om zomers altijd een lekker koel plekje te hebben. Het gat was er dus al, maar hij heeft het ‘gecultiveerd’. Het gat zal een doorsnede van ongeveer 50 meter hebben en is op het laagste punt een meter of 20-25 diep. Het is echt prachtig. Er is een barbecue neergezet met picknicktafels, een prachtige trap en beneden mooie bloemen. We zijn redelijk onder de indruk. Zeker als blijkt dat deze sinkhole door een flink aantal possums (kent u ze nog?) wordt bewoond. Deze blijken al tijden door de toeristen te worden gevoerd. En zijn dus zo tam als het maar kan. Wat vriendelijke Aussies bieden ons een appel aan om te voeren. En de beestjes vinden het allemaal geweldig. Daarna op naar de sinkhole in het dorp. Helaas, dezelfde teleurstelling, niets van kerst te merken. Maar toch ook hier wel weer het idee wat moois te hebben gezien. Letterlijk een oase van rust midden in het drukke centrum, omdat je een aantal meters afdaalt, hoor je niets meer van het drukke verkeer boven je.

De volgende dag begint met mist. Het is onze laatste dag hier, en ik wil nog graag naar de echte grot in het dorpje, Engelberts Cave. In deze grot wordt aan duiken gedaan. Ik ben echt benieuwd hoe dat eruit ziet. Samen met de meiden op stap, onderweg komen we nog een park met giga speeltoestellen tegen. Dus nog maar even uitgestapt. En daarna door naar de grot. We worden rondgeleid door een vrijwilliger, die zeker graag zijn visie op het Australië beleid mbt het milieu wil geven. U begrijpt het al, hij is het zo ongeveer nergens mee eens. Nou moet ik ook eerlijk toegeven dat als ik hoor en zie, dat in dit gebied in 70 jaar tijd het grondwater met meer dan 8 meter is gedaald !!! Tja, dan kan ik me voorstellen dat het vertrouwen in het watermanagement van South Australia wat afwezig is. Misschien een leuke baan voor onze kroonprins? 😉 Hoe dan ook, de grot op zich is niet heel bijzonder om te zien. Wel is het leuk te zien waar de duikers het water ingaan, en ook de video over het duiken in deze grot is erg leuk. Samen met de dames besluit ik dat het boven de grond ook erg prettig is, dit vooral ivm de ruimte 🙂 De gids heeft nog veel meer weetjes en vooral stellingen, dat maakt zijn verhaal erg gekleurd, maar eigenlijk ook heel leuk. Hij weet waar hij over praat, hij is hier geboren en heeft als jongen bij de grot gespeeld. Alhoewel, grot kon je het toen bijna niet noemen, want het werd door meneer Engelbert gebruikt als dumpplaats voor het afval van zijn Whisky stokerij. En ook zijn vriend de slager mocht van deze plek ‘gebruik’ maken. Kun je voorstellen wat voor ongelofelijke (stink)bende dat is geweest. Ik heb me wel geprobeerd voor te stellen hoe de opruimactie eind jaren ´70 is geweest. Maar, ehh, toch blij dat de grot schoon was toen wij hem bezochten 😉

Zaterdag dan toch weer verkassen. Op naar Warrnambool. We beginnen al een beetje in de kerstsfeer te komen. Dat komt ook door het weer, de lucht is volkomen grijs. En als de temperatuur een graadje of 17 lager zou zijn, zouden we mogen hopen op een witte kerst. Afijn, gelukkig is het een reisdag. We zoeken ons onderweg een ongeluk naar een plekje waar we een kopje koffie kunnen nuttigen. In het Noorden en Westen was het maar duidelijk, dan keek je op de kaart en zag je 200 kilometer verderop een ´roadhouse´. Dáár gaan we koffiedrinken, riepen we dan tegen de meiden. Maar dat is nu héél anders. Omdat de dorpjes veel dichter bij elkaar liggen vind je niet altijd een roadhouse. En wij hebben meestal geen zin een dorpje echt in te trekken met caravan en al. Maar dan toch, eindelijk ongeveer 50 kilometer voor de plek van bestemming lukt het. Het is een van de oudste ´hotels´. Dat is hier eigenlijk een ander woord voor ´pub´, alhoewel er ook een aantal hotels zijn die naast hun pub ook echt kamers verhuren (bijverdienste?). Vaak kun je er ook gokken en eten, of eten en gokken, het is maar waar je meer trek in hebt. Dit hotel bestaat al meer dan 150 jaar. De meneer die ons begroet (geen idee of ik hem barman moet noemen?) zegt dat werkelijk alleen Europeanen stoppen bij een ´pub´ voor een kop koffie. Maar hij vindt het wel leuk, en de koffie gaat er bij ons wel in 🙂

De camping is daarna gauw gevonden, en we vinden dat we weer een leuke stek hebben getroffen. We boffen ook dat we de boel droog op kunnen zetten. Onderweg redelijk veel regen gehad en ook als de boel staat valt er nog een bui(tje). Maar dat is vandaag dan ook de laatste, want het klaart op. We nemen een duik in het (echt) verwarmde zwembad, lekker. En aan het eind van de middag wandelen we nog even naar het park om de hoek en de zee (ook om de hoek :-). Het park is weer niet te geloven. Ik ben bang dat hier nog weer meer speeltoestellen staan dan bij Mt Gambier. Dit is echt te gek. Het park is zeker een kilometer lang, en er staan op minstens vier plekken BBQ´s (en niet eentje per keer hoor) en minstens evenveel uitgebreide speeltoestellen. Extra lange glijbanen, klimtoestellen, doolhof, tot en met een kabelbaan(tje) aan toe. Ik ben benieuwd welk park hier nog weer aan gaat tippen. Het is wel lekker weer geworden, maar er staat nog een stevige wind (waar heb ik dat meer gehoord? zucht). Een aantal kitesurfers vinden dat natuurlijk te gek en leven zich helemaal uit. We zien ze al hangend aan hun vlieger soms wel een seconde of vijf door de lucht zweven/vliegen/bungelen. Zeer spectaculair.

Zondag. Hiep, hiep, hoera!!!! René is jarig. Dit jaar niet alleen maar een kerstboom voor hem. Nee, nee, we hebben echt ballonnen en slingers gehaald. Echt jarig dus. Dit keer eens niet op de kortste dag van het jaar, maar op de langste dag 🙂 Kijk da’s nog eens wat anders. Nadat we lekker hebben uitgeslapen krijgt René zijn kadootjes. Naast de vrolijke tekeningen van de kids en wat lekkere bonbons hebben we nog een nieuwe pet en een CD voor papa. Die vallen goed in de smaak. We ontbijten buiten, het is lekker rustig weer. Althans, nog even. De weersverwachting geeft ‘thunderstorms’ aan. We besluiten na de koffie de omgeving nog even wat verder te verkennen. Aan de andere kant van het stadje schijnt nog een mooi baai/strand te zijn waar zomers walvissen te zien zijn. Die zijn nu al lang weg, we hebben ze in november bij Yallingup gezien. Dat zijn inderdaad de dieren die hier van juni tot september/oktober leven. Het is een mooi strand en de uitkijk is weer dik voor elkaar. Het strand bestaat uit lekker renzand, dus we vermaken ons ook nog even vlak bij de golven. Maar dan zien we toch de donkere lucht aankomen. We besluiten naar de supermarkt te gaan.

Als we klaar zijn met de boodschappen en naar buiten komen regent het. Weliswaar geen storm ofzo, meer gewoon een gestage regen. Het is nog een aangenaam temperatuurtje. We bereiden ons er maar op voor, dat het de rest van de dag regent. En dat gebeurt ook, nogmaals geen storm, maar veul regen. Dan blijkt dat we weer op het juiste moment op de goede camping zitten. Deze camping heeft een ‘movie room’. Zeg maar een thuisbioscoop. Geen lullig TV-tje ergens in een kamertje. Nee, een megascherm van zeker een meter bij een meter in een aparte ruimte, waar ze films draaien. Als we terugkomen op de camping om bijna 3 uur (met taartjes) is de movie room nog dicht. Na het verorberen van de taartjes, vragen we bij de receptie of er een video (DVD?) in mag, en dat mag. We kiezen voor Ice Age, een leuke animatiefilm. Deze wordt natuurlijk gewoon in het Engels afgespeeld, maar de kinderen vinden het hartstikke leuk.

De rest van de dag doen we wat spelletjes en vermaken ons prima bij/in ons stulpje. Wel een rustige verjaardag zo, maar René is toch echt 42 geworden vandaag 🙂