week15: 19 oktober t/m 26 oktober 2003 | geschreven door: Thea | |
Perth, here we come again! | ||
![]() Maandag, reisdag. We gaan vanuit Kalgoorie naar Merredin. Geen giga reis, dus niet extra vroeg op en gewoon erheen tuffen. De natuur begint hier aanzienlijk meer variatie te vertonen dan dat we de afgelopen tijd gewend zijn. Omdat het voorjaar is en er hier regelmatig een buitje is gevallen (volgens sommigen te veel, maar de meeste mensen zijn er blij mee) zien we ook voor het eerste verschillende bloemen langs de kant van de weg. Er is ook een soort bomen waar oranje pluimen aan komen te zitten. Mooi gezicht. Merredin is een echte stopover voor een nacht voor ons. We willen nu alle vier naar Perth. Misschien verdient de streek waar we nu doorreizen wel iets meer aandacht. Maar dat zal dan toch echt een andere keer moeten. Nog wel leuk om te melden, is dat we de kleine 600 kilometer naar Perth bijna helemaal langs de ‘golden pipe’ rijden. Dit is de waterleiding van Perth naar Kalgoorie en alle tussenliggende plaatsen. In Kalgoorie is zelf geen water te vinden. En ook al heb je goud, water blijft toch van levensbelang. In het verslag van vorige week hebben jullie kunnen lezen over de Super Pit. Deze is dus nu al meer dan 300 meter diep, maar nog geen grondwater te bekennen. Al deze plaatsen zijn dus afhankelijk van deze ene waterpijplijn. Apart idee. De camping in Merredin heeft 4 sterren, maar wij weten niet hoe ze die hebben verdiend. Niet dat het slecht is. Maar er is geen sfeer. De campingplekken liggen kaal naast elkaar. Als de man van de camping onze dames ziet, zegt hij dat we wel dicht bij de speeltoestellen kunnen staan. Dit betekent dat we niet op een kaal stuk beton komen te staan, maar pal naast de schommels op een stukje gras, dat is dan wel weer leuk. En met uitzicht op het zwembad(je), deze is echter gesloten. Nog geen inspectie geweest. Jammer maar helaas, het weer is er wel naar. Graadje of 23 en lekker zonnetje. Toch beleven we hier ook weer een leuk avontuur. Als we willen gaan eten verschijnt de huispapagaai van de eigenaren van de camping bij onze caravan. We hadden hem (of haar?) al zien zitten op het hek van hun huis, maar nu liep hij gewoon bij ons rond. De meiden vinden het eigenlijk maar niks, en als we willen gaan eten, vindt hij dat hij mee moet eten. Dat gaat ons eerst wat te ver, dus ik neem de papagaai op mijn hand en zet hem een eindje verder weer neer. Maar dat gaat zomaar niet! Hij wordt boos op me, zet het op een schreeuwen en pikt in mijn arm. Klinkt stoer, maar hij pikte niet hard hoor, gewoon mij laten weten dat hij het er niet mee eens was. Daarna loopt hij gewoon terug naar onze tafel, en klimt er weer op om vervolgens de spaghetti uit de pan te halen. We besluiten dat het wel wat heeft, en laten hem maar. Dit geldt overigens niet voor Lisa en Mirthe, die hun bord oppakken en binnen gaan zitten eten. Aan het eind van de maaltijd besluit ik Lorre maar even terug te brengen. Ik lok hem weer op mijn arm en breng hem, met Lisa en Mirthe aan mijn zijde, terug. De mevrouw van de camping ziet ons aankomen, en komt Lorre even overnemen. We raken wat aan de praat, en ik zeg dat de meiden hun jonge kangoeroe erg leuk vonden. Die hadden ze met René gezien bij het inchecken. Een baby kangoeroe waarvan de moeder is doodgereden. We worden uitgenodigd in hun huis om nog even weer naar deze ‘Joey’ (zo noemen ze kangoeroe’s die nog in de buidel horen) te kijken. Het is echt een schattig gezicht, zo’n klein beestje met een pamper om. Ze hebben van wat handdoeken een soort buidel gemaakt die aan een stoel hangt. En verzorgen hem als hun kind. Wij mogen hem ook aanraken. Hij zal toch nooit meer terug gaan naar de vrije natuur, zijn voorpoot is half lam. Hij wordt dus na Lorre het tweede tamme dier op de camping. Lorre is ondertussen weer op mijn schouder beland, en als we naar zijn zin te lang bij Joey zitten, hapt hij weer vrolijk in mijn hand. Tja, hij is een beetje jaloers, vermeldt zijn baasje. De volgende dag als René de pootjes van de caravan aan het indraaien is, hoort hij: ‘Hello, hello’. Hij draait zich om, maar ziet niemand. Of ja toch, daar is Lorre weer. Het is hem klaarblijkelijk goed bevallen bij ons, want hij wil weer met ons ‘spelen’. De veters van René’s schoenen zijn nu de klos, die worden door Lorre losgepeuterd. En hij wil dat ik hem weer op mijn arm zet. Als wij vertrekken, laat hij meerdere afkeurende geluiden horen. Hoera, we worden leuk gevonden door een papagaai 😉 Perth, we komen eraan!! Nog een dikke 250 kilometer, en dan hebben we onze eerste grote ronde erop zitten. We zijn dan 15.500 kilometer verder, alhoewel, we zijn dan dus niks verder, we zijn terug 🙂 Als we Merredin hebben verlaten rijden we zo van het ene op het andere moment de graanvelden van Australië binnen. Het wordt hier de ‘Wheatbelt’ genoemd. Graan zover je maar kunt kijken, met af en toe een boom ertussen. Het is overigens een ander soort dan bij ons, want dit gewas is vele malen lager. Geen prachtige wuivende korenaren dus. Dit gebied voorziet (in goede jaren) in ruim 25% van de graanbehoefte van Australië. De laatste jaren zijn er echter nogal wat oogsten mislukt. Vooral de droogte speelt hen parten. Maar dit jaar, hebben wij net in de krant gelezen, is het een topjaar. De ene lachende boer (zonder kiespijn) na de andere staat in de krant inclusief foto, met nieuwe records. Over kranten gesproken. De grootste krant van West Australië doet nog regelmatig aan het Plaatselijk Suffertje denken. Je moet sowieso tot pagina 14 (ofzo) doorbladeren om enig internationaal nieuws te vinden. Behalve als Bush wordt geïnterrumpeerd als hij het lagerhuis toespreekt, door de Groenen. Het is ook overal hetzelfde, is dat eigenlijk wel internationaal nieuws? Nou in ieder geval genoeg nieuwswaarde hier om ruim drie pagina’s mee te vullen. Maar ….. we hebben maandag ook ontdekt dat de uitslagen van het Nederlands voetbal, inclusief een standenlijst wordt afgedrukt. Is dat niet mooi, op maandag ochtend (dus nog zondagavond/nacht in Nederland) weten wij nu ook de uitslagen al. Nou ja, als we dat willen dan, hè? We hebben besloten naar de camping te rijden vanwaar we 13 weken (!!) geleden (tjonge wat lang al, hè) zijn gestart. Deze camping heeft namelijk een verwarmd zwembad (als hij af is, want 13 weken geleden waren ze hem aan het repareren) en een warme spa. Dit laatste, de warme spa (bubbelbad), is echt een geweldige uitvinding. Heerlijk in het zonnetje zitten genieten in een bad van ruim 30 graden. Dat hebben die Aussies goed voor elkaar. Maar er zijn dus niet veel campings die een verwarmde spa hebben. Hhmm, hiervoor zwichten wij. Terug naar de eerste camping. Overigens ligt deze ook redelijk centraal, en maar een kwartiertje rijden van onze vrienden Louise en Michael, alwaar we de post en de boeken op gaan halen. Aan de telefoon heeft Louise al laten weten dat er véél te veel te vertellen valt voor ons bezoek van één week. En dat ze zeker verwacht dat we een paar keer af zullen spreken. Kortom, handig om niet op een uur rijden te gaan zitten. De camping is eigenlijk mooier dan in onze herinnering. Het zwembad is inderdaad klaar, en het water is een graadje of 18. Lekker zwemwater dus. Ook op deze camping is weer behoorlijk veel natuur te bekennen. We hebben een superplek (vinden we zelf dan, hè). We kijken uit over een mooie vijver, met eenden (inclusief jonkies), zwarte zwanen en nog veel meer vogels. Overigens blijkt later dat ‘ieder voordeel z’n nadeel heb’, want de eenden en een zwarte zwaan staan direct aan de tafel als wij willen gaan eten. Deze natuur aan je deur, wordt niet direct door Lisa en Mirthe toegejuicht. We kunnen het hier overigens makkelijk zes dagen uithouden. Ook zonder alles wat we willen doen en zien in Perth. Hopen dat het weer wat mee blijft werken. Het is nu heerlijk, iets boven de 20 graden. Dus warm genoeg om lekker buiten te zijn, en niet te heet als je wat wilt ondernemen. En dat willen we zeker nog. De volgende dag willen we met de kinderen naar het pretpark van Perth. Eerlijk is eerlijk, pa en ma staan niet direct te springen, maar we vinden dat de meiden het verdiend hebben. Ze lopen tenslotte al een week of 14 met ons mee. Niet dat ze alles als een straf zien, maar niet elke wandeling en National Park valt even goed bij de dames in de smaak. Daar aangekomen lezen we echter op een plaatselijk parkeerbordje dat het park op dinsdag en woensdag gesloten is. Helaas hadden wij daar niets over gelezen in de plaatselijke advertenties. Klein dompertje, maar vooruit, we hebben hier nog een paar dagen dus dat komt wel goed. Daarna hebben we maar even een kijkje en een cappuccino aan zee genomen. En eerlijk is eerlijk, dat bevalt ook goed. Nog even wat rondgereden en daarna terug naar de camping, om nog een duik te nemen en dan af te reizen naar ons postadres. Daar zijn we woensdagavond uitgenodigd voor het eten. Het is een warm en hartelijk weerzien. Ze willen alles van ons horen. Griezelen bij het idee van al die krokodillen en hagedissen die we hebben gezien. En dat terwijl wij het toch denken dat alle Aussies wel even een krokodilletje omleggen als het moet 😉 En willen alles horen over het Rode Hart, want daar willen ze zelf ook ooit nog naar toe. De dames vermaken zich weer prima met Oscar en vice versa. Dat is echt een leuk gezicht om te zien, de kinderen spelen en praten de hele tijd met elkaar, maar in hun eigen taal. Lisa en Mirthe spreken dus Nederlands tegen Oscar, en die babbelt in het Engels terug. Maar zoals eerder gezegd, ze kunnen het erg goed met elkaar vinden. We drinken de nodige glaasjes wijn en spreken af dat we elkaar zaterdag weer ontmoeten. Misschien even een strandje pakken, of een parkje. We nemen dus de post en de boeken mee naar de caravan. Dat is een hele belevenis. Het lijkt wel een soort vervroegd Sinterklaas. Geweldig, ruim dertig boeken voor de dames. Die zie je al op voorhand genieten. En nog een extra verrassing, er zit een K3 CD in het pak !!!!! De nieuwste, die hadden ze nog niet. Vooral Mirthe is er helemaal van ondersteboven. Maar we weten nog net te voorkomen dat hij om 10 uur ’s avonds al in de CD speler van de caravan moet. Overigens zijn papa en mama nu nog blijer met de portable CD speler met koptelefoon, die we toch al mee hadden 😉 De volgende dag leest Lisa al twee (makkelijke) boekjes uit, en ook Mirthe stort zich op de nieuwe verzameling. Maar belangrijkste van de donderdag is het pretpark! Adventureworld is het grootste (en enige?) pretpark van West Australië. Net als alles hier ruim opgezet, maar de grootste verrassing is dat het park beschikt over een aanzienlijk aantal waterglijbanen. Oeps, dat hadden wij niet verwacht. Dus geen zwemgoed mee, en ook geen handdoeken. We besluiten het water eerst links te laten liggen, en naar de andere attracties te gaan, we zullen later wel zien. Het is een leuk park, maar misschien zijn wij wel een beetje verwend met Six Flags als het gaat om de achtbanen. En aangezien we vorig jaar net in Disneyland zijn geweest ……. tja. Maar natuurlijk vermaken de kinderen zich opperbest. Wij overigens ook hoor, het schommelschip blijft altijd leuk en de achtbaan is verder ook prima. Wat ons vooral verbaast is dat het zo rustig is. Mij een beetje té rustig, dat vinden René, Lisa en Mirthe niet, maar ik dus wel. Het is een beetje eng als de attracties gewoon stilstaan totdat jij eraan komt lopen, en dat als je weggaat bij de attractie jij dan nog de enige bent. Later op de dag wordt het ietsie drukker, dan zitten er toch al gauw 13 mensen in de schommelboot. Afijn, natuurlijk is het beter dan een uur in de rij te moeten staan om een keertje in de achtbaan te mogen. In de loop van de middag besluiten wij dat je prima in je ‘gewone’ kleren van de waterglijbanen af kunt. Dat doen tenslotte vrij veel mensen. Zouden die het ook niet geweten hebben? René waagt zich met de meiden van een aantal glijbanen af, en meldt dat die nog best gevaarlijk zijn. Vreemde mensen die Australiërs. Mirthe mag zich wel van de glijbanen afstorten, waar bijna iedereen met minstens één blauwe plek vanaf komt, maar niet in de achtbaan. Althans, de tweede keer niet, de eerste keer had de achtbaanbediende het over het hoofd gezien, wat wil je ook met die drukte ;-), maar Mirthe was nog geen 1.40m. Dus heeft ze toch lekker een keertje gereden, en ze vond het hartstikke leuk. Kortom een leuke en ontspannen dag. Vrijdag hebben we maar weer eens tijd aan het schoolwerk besteed. We wisten dat het in Perth waarschijnlijk een beetje moeilijker zou worden, dus wij hebben hiervoor geen ‘herfstvakantie’ genomen. Maar nu was het weer tijd om de boeken erbij te pakken. En ’s middags een bezoekje aan het beroemdste park van Perth gebracht. Kings Park, wat een geweldig park. In het hartje van Perth aan de oever van de Swan River een giga park. Eigenlijk bijna niet te lopen als je door het hele park wilt. Eerst zijn we bij een mooie speelplek voor de kinderen geweest en vandaar uit naar een uitkijktoren gelopen. En later nog (met de auto) naar een ander fantastische uitzicht over de Swan River. We hebben het ongetwijfeld al eerder gemeld, maar Perth is een zeer ruim opgezette stad. Er wonen iets van 1,3 miljoen mensen, maar dat zou je niet zeggen. Hoogbouw kennen ze bijna niet, nou heb ik het natuurlijk niet over die paar wolkenkrabbers voor kantoren in het centrum, maar over de huizen. De stad barst verder van de parken en bossen. En ….. ligt natuurlijk aan een prachtige zee met tientallen kilometers stranden. Sommige mensen hebben ook al het geluk. Het weer is de laatste dagen aangenaam, maar niet te warm. We hadden eigenlijk gehoopt een paar keer aan het strand te kunnen liggen. Maar helaas, dat moet nog een paar weken wachten 🙂 De wind is vrij sterk en nog te fris. Gewoon in de zon uit de wind haalt het kwik makkelijk de 25 graden, maar in de wind is het aanzienlijk koeler. Het zwembad is in deze een uitstekend alternatief, het ligt lekker beschut en heeft natuurlijk de reeds genoemde ‘spa’ 🙂 De dames hebben overigens weer twee nieuwe vriendinnetjes opgedaan, en zijn daar zeer mee in hun nopjes. Jane en Paige zijn twee dametjes van 9 en 7 jaar en leuke babbelkonten. De meiden kunnen het goed met elkaar vinden, zwemmen samen, spelen in de speeltuin, en …. leggen samen een kaartje. Op een gegeven moment komen ze gevieren naar onze caravan om ons even een nieuw spelletje te leren. ‘Go fish’, heet het. En wat wij erg knap vinden is dat de Australische dames onze dames het spel hebben geleerd zonder al te veel Engelse taalvaardigheid van de Nederlandse kant. Ik leg ook contact met de mama, ze blijken van Tasmanië te komen en ook een maand of acht rond te reizen. Ze hebben redelijk hetzelfde rondje gedaan als wij, alleen andersom. Dus eerst door het binnenland en daarna langs de westkust. We kunnen dus veel ervaringen delen, en een biertje. Wij krijgen hun adres, en moeten langskomen als we naar Tassie gaan. In het zuiden van Tasmanië hebben ze nog een vakantiehuisje en daar kunnen wij ook wel een paar nachtjes bivakkeren. We zien het wel, wel weer erg leuk en handig om er een adres bij te hebben op het zuidelijke eiland. Zaterdag even boodschappen doen terwijl de kinderen braaf hun schoolwerk doen, je moet je af en toe wel een beetje thuis voelen, niet? En ’s middags weer naar Louise en Michael afgereisd. Leuke middag en avond gehad. Lekker nog even naar het strand gelopen (ja, ja, dat kan gewoon vanaf hun huis). Lisa en Oscar hebben samen nog een duik genomen in de zee, ik ben iets koukleumeriger aangelegd, dus besluit lekker even op het strand te gaan liggen. En dat gold niet alleen voor mij, maar ook voor René en Mirthe en nog twee kinderen die we hadden meegenomen. Na het eten hebben de dames samen met Oscar nog even in de spa gezeten/zwommen. Wij hadden natuurlijk een kadootje meegenomen, maar werden verrast doordat de dames van Louise ook een kadootje kregen. Een badhanddoek, en geen gewone, maar een KERST-badhanddoek 🙂 Ze zijn hier een beetje vroeg met dit soort dingen. Een maandje geleden waren er al kerstartikelen in de winkels te krijgen. Dat zal nu in Nederland onderhand ook wel het geval zijn. Benieuwd wat dat hier de komende tijd gaat worden. Zondag wordt er eerst weer gespeeld, en daarna gaan wij naar Freemantle. Een haven net ten zuiden van het centrum van Perth. Erg beroemd en populair hier. Ook door de ‘sixties’ markten die er zijn, en natuurlijk strand, zee en een haven. Het is inderdaad een leuk plaatsje en wij vermaken ons dan ook prima. Ook vandaag geldt dat de wind eigenlijk net iets te hard waait, waardoor het aangenaam is in de zon uit de wind, maar uitwaaien langs het strand doe je wel met een shirt aan. We bezoeken het Shipwreck museum. Weer een hartstikke leuk museum over scheepswrakken. En daar zijn er nogal wat van hier voor de kust. Het is een route waar de Nederlanders langs voeren in de gouden jaren. Vanaf ongeveer 1600 kwamen de VOC schepen regelmatig vlak langs de westkust. Beetje dom, want erg veel kliffen en rotsen in de zee. Zo zijn er zeker vier grote schepen vergaan. De bekendste is ongetwijfeld de Batavia die hier in 1626 is vergaan. Het schip is ergens rond 1970 geborgen, en in dit museum hebben ze van het originele hout een deel van het achtersteven opgebouwd. Erg mooi. Ook de meiden vonden het vrij indrukwekkend. Er lagen allerlei munten die geborgen waren (uit alle vier de schepen), kanonnen, en alles wat je maar aan boord kon bedenken. Ook waren er prachtige replica op schaal van de schepen gemaakt. Ik verheugde me echt op een rondleiding op ‘Het Duyfcken’. Ook een replica van een VOC schip, maar dan van een kleintje, een vessel noemen ze dat. Die kon vast de havens in om diepte te meten etc. Die lag in de haven direct voor het museum. Echter ende edoch, dit was helaas niet mogelijk. Het Duyfcken lag aan de ketting. Er mocht niemand op, wel kon je een vrijwilliger vragen hoe dat kwam, en ook allerlei andere wetenswaardigheden over het schip. De replica is geheel door vrijwilligers gebouwd, en kon bestaan van donaties.Echter, op dit moment gaat Australië Amerika achterna wat betreft het aansprakelijk stellen van van alles en iedereen. Scholen worden aangeklaagd omdat een kind uit het klimrek valt, de dokters hebben hun verzekeringspremies met meer dan 1000% (precies, duizend) zien stijgen het afgelopen jaar. En ‘Het Duyfcken’ moest meer dan 250.000 dollar ophoesten om de aansprakelijkheidspremie te betalen ….. Ik ben hem kwijt hoor, in wat voor wereld leven we eigenlijk. Dat is toch eeuwig zonde, dat je daardoor niet even een kijkje bij/op dit soort prachtige initiatieven kunt nemen. Ik hoop dat dit soort excessen nog lang uit Nederland weg blijven. Nou ja, ik heb me heilig voorgenomen bij terugkomst dan maar even naar de Batavia te gaan kijken. Daar heb ik nu in ieder geval het echte achtersteven van gezien 🙂 Morgen nog één dagje Perth. Dan hebben we er hier al weer een week opzitten. Ik weet dat we soms in herhaling vallen, maar we hebben hier nog lang niet alles gezien. Perth is een stad waar je je rustig enkele weken kunt vermaken, zeker als je Michael en Louise kent 😉 |