16 t/m 22 juni 2016, geschreven door Thea
Feestweek en we verlaten Kroatië
Vrijdagochtend ga ik op pad om onze opstappers uit Dubrovnik te halen. René gaat niet mee, hij gaat nog eens achter de RVS buis aan, maar ook achter een nieuwe koelkast. Als in het vorige verhaal gemeld vond deze het nodig niet volledig meer te functioneren. Wij zijn er wel klaar mee. René heeft allerlei elektrische aanpassingen en daarbij ook algemene verbeteringen gedaan, maar dat heeft dus uiteindelijk niet geholpen. Dan toch maar kijken of we hier aan een nieuwe koelkast kunnen komen met het kleine risico dat het niet de koelkast zelf is die de storing geeft.
Ik wacht op het appje dat de dames zijn geland en de bus naar het centrum gevonden hebben, dan stap ik ook in de bus en zullen we zo’n beetje tegelijk bij de oude poort aankomen. Sandra en Iris hebben de early bird vlucht, dus die zijn de hele nacht al op en zullen wel wat brak zijn. Ik tref ze op een terras waar ze genieten van een cappuccino. Ik schuif aan en we kletsen eerst weer eens gezellig bij. Dan stel ik als reisleidster de invulling van de dag door. Ook al zijn ze nog wat moe, je kunt natuurlijk niet op Dubrovnik vliegen en dan niets van de stad zien, dat gaan we dus doen maar wel met een tussenstop op leuke terrasjes voor een early beer en later een lunch.
We zijn het eens, het oude deel van Dubrovnik is een plaatje. Eind van de ochtend krijg ik een appje van René dat de nieuwe koelkast een feit is, en dat die vanmiddag al wordt gebracht. Dat is nog eens een snelle actie! Hopen dat dit nu de definitieve oplossing is.
We nemen in de loop van de middag de bus terug naar de haven, waar we door een te vroege druk op de stopknop door mij nog een hachelijke 500 meter over de weg moeten lopen, gelukkig redden we het zonder kleerscheuren. Het is lekker weer en we praten gezellig bij op het achterdek met, jawel, het onontbeerlijke ankerbiertje. We liggen overigens in Dubrovnik omdat er weer harde wind is voorspeld. Het was eigenlijk de bedoeling de dames op te pikken in Cavtat, dat ligt nog wat dichter bij het vliegveld, en dan wilden we de eerste dag meteen al wat varen. We zouden ze dan aan het eind van het bezoek afzetten in Dubrovnik. Maar als gezegd, het weer heeft ons anders doen besluiten. Overdag is het in tegenstelling tot het weerbericht nog niet echt stormachtig, maar er staat al wel een flinke bries. ’s Avonds trekt te wind echter stevig aan, en zijn we blij in een haven vast aan de wal te liggen. Het is overigens de warmste avond tot nu toe op onze trip. Om 12 uur zit ik nog in een hemdje en korte broek buiten, waar de warme wind om mijn oren loeit.
De volgende dag gaan we met ons nieuwe gezelschap het water op. En ook nu bepaalt het weer onze bestemming. We wilden eigenlijk bij een eiland gaan ankeren, maar het is echt nog niet rustig genoeg. Als we in de regio kijken naar een goede plek, komen we toch bij Slano uit als fatsoenlijke kade om te liggen. Nu was het geen vervelend dorpje dus niks aan de hand, maar ondertussen zijn wij er wel een beetje klaar mee dat het weer zo’n grote invloed heeft op onze keuzes. Het tochtje over de rivier terug verloopt soepeltjes, maar dat verandert zodra we de zee opdraaien. We hadden er bewust al voor gekozen zoveel mogelijk tussen de eilanden te varen, maar de zee is het eerste stuk nog behoorlijk onrustig. En ja, dat heeft zo zijn gevolgen. Iris en Sandra worden met de minuut wat stiller en bleker. Als René naar hun welzijn vraagt, die voor ons visueel al duidelijk is, geven ze beiden aan wat zeeziek te worden. Iris neemt nog even een reistabletje, maar als je een keer niet lekker bent zijn die toch minder effectief. Als gezegd, de zee was ook echt niet fijn en zo verrassend is het niet, maar we vinden het wel sneu voor ze.
Een eindje verderop komen we in een nog wat beschutter deel en nemen de golven ook wat af. De wind echter nog niet. Er was voorspeld dat deze langzaam terug zou lopen en begin van de middag nog maar een knoop of 14 zou zijn, dat komt helaas niet uit. De wind blijft dik boven de 20 knopen, gelukkig hebben we hem wel ruim vanachter, dat betekent dat we alleen op de genua vooruitstuiven met meer dan 6 knopen snelheid. Best knap. Als we een goede koers hebben stel ik Iris voor dat ze even achter het roer gaat staan, zij lijkt er het slechtst aan toe op dat moment. Mij helpt het altijd als je wat actiever bezig bent. Iris neemt haar stuurmansdoop en koerst richting de baai van Slano. Binnen 10 minuten komen er al wat meer praatjes en meldt ze ook dat het beter gaat. Gelukkig maar. Bij Slano staat deze keer het mannetje wel op de kade. Het waait beroerd hard, maar de aanleg gaat redelijk ok. Fijn wel even wat extra handen aan boord om daarbij te helpen. Zodra we liggen is het nare gevoel ook bij beiden weg. De dames pakken nog even een strandje mee, het zonnetje schijnt namelijk prima. Om 6 uur moet Kroatië spelen op het EK, het lijkt ons een prima idee een plek te zoeken waar de Kroaten dit samen kijken, eens zien of dit wat overeenkomt met hoe wij dit in Nederland deden, toen we nog wel ook zelf deelnamen….. We horen overigens al ruim van tevoren zware knallen en sirenes. In eerste instantie denk ik zelfs nog dat ze al gespeeld hebben, en dat dit nu gevierd wordt. Maar dat is toch echt niet zo, het is de ‘voorpret’. Het café is snel gevonden en we treffen daar zeer enthousiaste supporters. De rookpotten (oranje) zijn niet van de lucht, de enorme klappers van vuurwerk ook niet, en dan hebben ze ook nog hoorns (elektrisch) en zwengelen ze van tijd tot tijd met de hand een brandweersirene aan. Wij hebben regelmatig de vingers in onze oren en moeten erg ons best doen de wedstrijd een beetje te volgen. De meeste aanwezige Kroaten doen dat volgens ons niet echt, maar de entourage is natuurlijk helemaal ok. Ik moet Sandra nog even manen niet te juichen voor Necid, een voormalige spits van PEC, ze heeft even niet in de gaten dat hij geen Kroaat is. Afijn de wedstrijd eindigt in een gelijk spel, Necid scoort de gelijkmakende penalty, maar de Kroaten interesseert het niet eens echt lijkt het. Voor ons was dit in ieder geval een heel bijzondere ervaring. Ik ben vooral verbaasd dat na zo’n recente oorlog, men het toch heel normaal vindt dat er veel hard vuurwerk wordt afgestoken, ik zou denken dat ze wel klaar waren met dat geluid.
De volgende dag steken we over naar Mljet. Het is heerlijk rustig weer, en de zee is ook gekalmeerd. Sandra neemt nu het roer. We gaan naar de baai Prozura, daar zijn wij nog niet geweest. En de brochures hebben gelijk, ook dit is weer een prima baai, waar je je ogen weer op een prettige wijze de kost kunt geven.
We gaan aan een meerboei liggen van een restaurant. We genieten van de lekkere middag door wat te zwemmen en te zonnen, en gaan ’s avonds aan wal voor het eten. Dan gebeurt het ’s nachts toch weer. De wind valt weg en de meerboei tikt tegen onze punt van de boot, een rotgeluid. René verhelpt dit nog gedeeltelijk door de hele boei uit het water te tillen, maar er blijven storende geluiden die nacht. We slapen dan ook geen van allen goed en de volgende dag worden we wakker door …….. de regen! Geheel niet voorspeld is het grijs en regent het een paar uur lang. Aan de ene kant wel fijn dat onze gasten nu meemaken wat wij al deze tijd meemaken, er is nauwelijks peil te trekken op de weersverwachting, maar dit is natuurlijk niet echt leuk. Het zou mooi weer zijn vandaag, een paar uur harde wind, maar wel met een lekkere temperatuur en in het zonnetje. Het is niet anders, zeilen is aanpassen en we kijken naar de nieuwe verwachting. Die ziet er voor ons beoogde doel aan de zuidoost kant van Mljet niet gunstig uit, het zou ook wel eens zo zijn. We buigen ons over de opties en gevieren besluiten we de barre tocht van maar liefst 2,5 mijl te gaan maken naar Okukelje, waar we vorige week ook geweest zijn. Met de regen en wind die nu ineens voorspeld wordt, liggen we daar het best. Meneer ‘Baro’ herkent ons en het is nog steeds net zo mooi als een week geleden.
De regen valt mee en na een leuke wandeling waarbij we de baai van boven kunnen bekijken besluiten Iris en Sandra nog even af te koelen door middel van een fijne duik. Nu is het afkoelen, maar tegelijk ook even afpoedelen. Na Dubrovnik is het ‘kamperen’ geblazen, we liggen aan een boei of aan een kade, maar zonder douche of toiletgebouw. We hebben natuurlijk een toilet aan boord, en je kunt je er ook wel even ‘afdouchen’, maar onze watertank is nou ook niet zo groot dat iedereen uitgebreid elke dag haren kan gaan wassen. Even zwemmen en je dan even met zoet water afspoelen achter op de boot is dan een prima alternatief.
De volgende dag is het redelijk weer, maar niet meteen zo zonnig en warm dat een ochtendduik de bootgangers trekt. We vertrekken richting Otok Kolocep, een van de Elafiti eilanden voor de kust van Dubrovnik, het is de bedoeling dat we daar voor anker gaan deze nacht. De dag daarna is dan nog maar een goede 10 mijl naar de eindbestemming voor onze opstappers, Cavtat. Het wordt een redelijk rustige tocht. We zeilen wat maar ontkomen er ook niet aan de motor te gebruiken, er staat geen heel goede wind. Nog voor de lunch (maar die is altijd wat laat bij ons) komen we aan bij het eiland. Er liggen een aantal locals aan mooringboeien, maar die zijn niet voor toeristen en voor ons wordt het ankeren. We kiezen een beetje geschikte plek, niet te dicht in de buurt van een andere boot, en ook niet te dicht in de buurt van de pier waar de toeristenboten aankomen, denken we. De eerste keer houdt het anker niet, er staat ook in de pilots dat de ankergrond niet helemaal betrouwbaar is, maar de tweede keer is het raak. We liggen vast achter ons anker. Iris gaat met de snorkel nog even te water om te kijken hoe het anker erbij ligt, en die heeft zich prima ingegraven. Als wij daar een beetje gerust op zijn komt er ineens een enorme veerboot aan. We kijken een beetje toe hoe hij aanlegt aan de pier, waarbij de boot langer is dan de pier, en vooral ook wat zijn schroef met het water doet. De draaikolken zijn duidelijk te zien, en daar ligt ons anker redelijk bij in de buurt. René zegt nog dat we niet uitgefoeterd zijn, en dat we dus op voldoende afstand lijken te liggen, maar dat is van korte duur. Als de veerboot weggaat vaart hij bijna over ons heen. Opzettelijk volgens ons, een bocht maken had ook gekund. Maar goed, zo’n enorme kolos op werkelijk nog geen 10 meter van je boot vandaan is echt niet ok. Er komt ook een man bovenop die van alles naar ons roept, of eigenlijk schreeuwt, maar waar wij werkelijk niets van kunnen verstaan. Er zijn hier helaas geen beelden van, omdat wij alle vier met een ongemakkelijk gevoel en aan de grond genageld naar het tafereel staan te kijken.
Als de boot weg is moeten we een keuze maken, of ergens anders in de baai opnieuw ankeren, of door naar Cavtat. We kiezen voor doorvaren, ook omdat de laatste weersvoorspelling weer een andere windrichting laat zien. De laatste 10 mijl zijn weer niet erg comfortabel, er zijn geen eilanden meer die de golven dempen, en door het onstabiele weer de afgelopen dagen hebben we toch weer golven van 1 – 2 meter. We besluiten dan ook niet pal langs de oude muur van Dubrovnik te varen, waar de golven nog wat hoger lijken te zijn, maar de snelste route naar Cavtat te varen. Daar aangekomen zien we dat het een chaos is in de haven. Er liggen een vijftal grote tot erg grote boten te manoeuvreren om aan te leggen aan de kade, en eigenlijk ziet die kade, althans het water voor de kade, er ook niet erg aanlokkelijk uit. Er staat een behoorlijke golfslag in de baai voor de kade, en de boten die er al liggen gaan stevig te keer. Achter Cavtat is er ook nog een baai waar je terecht kunt, het wordt wel ankeren daar, maar dat lijkt ons in dit geval ruimschoots te verkiezen boven de kade hier.
De baai ziet er een stuk rustiger uit, en ligt eigenlijk pal achter Cavtat, oftewel er is makkelijk heen te lopen, we hoeven dus niets te missen. Het ankeren moet nu ook een paar keer gebeuren. We liggen een drietal keer niet vast, en als ik het anker ophaal hangt er een enorme baal zeegras aan. Je bent lekker aan het maaien, zegt Sandra dan ook. Maar uiteindelijk liggen we vast. Het was een lange dag zo, maar nu kunnen we nog wel even naar Cavtat en hebben we morgen alle tijd voordat de dames naar het vliegveld moeten. Met de dinghy gaan we weer aan wal, en we hebben weer een gezellige avond voor de laatste dag aan boord van de opstappers.
En weer komt de weersverwachting niet uit. Ineens gaat het waaien die nacht en, zoals ook al eens eerder meegemaakt, komt de wind uit een andere richting dan de golven die de baai binnen komen. Dat betekent dat we weer gaan liggen rollen. Het zou dus een totáál rustige nacht zijn en de volgende dag 28 graden en volop zon. Niets van dat alles, wind en de volgende dag enkel wolken boven ons. Het weer blijft een raadsel hier in Kroatië. De laatste duik en nog even lekker in de zon liggen is dus van de baan. We veranderen onze plannen maar weer. We gaan eind van de ochtend in 2 shifts met de dinghy en de bagage van boord. In Cavtat is verder genoeg te doen, zowel een leuke wandeling, alsook ons weer fijn vergapen aan de superjachten die in de haven liggen is een prima bezigheid. Het is dan ook geen ramp, maar al met al is het weer deze week toch weer een keer of 3 spelbreker geweest. Nu kan ik zeggen dat dit de gezelligheid op geen enkele manier heeft beïnvloed. Ook deze logeerpartij op de boot was wat ons betreft weer zeer geslaagd. Ja, ik zeg ons, ook René heeft een hele gezellige week gehad. We nemen afscheid met de wetenschap dat het nu normaal gesproken nog 4 maand duurt voor wij elkaar weer zien. Gelukkig is er WhatsApp tegenwoordig.
Naar de wal met de dinghy
Wij blijven nog een nachtje achter het anker. De deining is aardig afgenomen, maar nog niet helemaal weg. De haven was met deze wind overigens ook geen fatsoenlijk alternatief geweest, als we langs de kade lopen zien we de schepen vreselijk liggen te stuiteren. We zijn overigens wel verplicht hier morgenochtend aan te leggen. We moeten ons namelijk uitklaren uit Kroatië, we gaan morgen naar Montenegro. Het is, helaas, een volledige ambtelijke procedure, maar je moet daarvoor verplicht aan de ‘customs quay’ liggen, en die is aan het begin van de kade. Nu ligt er een superjacht, maar we denken dat er morgen wel aardig wat ruimte is.
De volgende dag blijkt dat ook het geval. Alle boten zijn zo vriendelijk weg te varen op het moment dat wij eraan komen, dat legt lekker makkelijk aan en gelukkig is de deining ook flink verminderd. We liggen overigens wel naast een megajacht, dat gaat ons vast niet heel vaak weer gebeuren. René gaat weer wat stempels halen en ik doe nog even van onze laatste Kuna’s wat boodschappen. In Montenegro gaan we weer aan de Euro!
De tocht naar onze bestemming in Montenegro is ongeveer 24 mijl. Geen kippeneindje, maar ook geen gigantische tocht. De zee is nog steeds niet helemaal rustig. We hebben weer golven van goed een meter en aangezien er in eerste instantie geen wind is, is het motoren geblazen. Maar na een tijdje is er toch wind genoeg om de zeilen te hijsen. We proberen zowel het grootzeil met de genua, als later ook de genaker uit. Helaas houdt de wind er na een uurtje of 2 weer mee op, en motoren we weer verder. De tocht verloopt verder prima. We klaren ons in in het eerste plaatsje waar dat kan, en besluiten daar ter plekke door te varen naar de tweede baai, naar Tivat. Het ziet er hier weer indrukwekkend uit deze grote baaien, weer heel anders dan een kust, of eilanden, echt prachtig. Wat iets minder prachtig is, zijn de donkere onweerswolken boven de heuvels, net links van de baai. We zetten de motor iets harder en varen op Porto Montenegro af, de haven in Tivat. Gelukkig blijft de onweer in de heuvels, en hebben we weer een makkelijke binnenkomst. Het zonnetje gaat zelfs weer schijnen.
En wat we in Tivat aantreffen, ik zou niet eens goed weten hoe ik het moet omschrijven. Kijk, als je naar een nieuwe plek toegaat weet je niet altijd goed wat je moet verwachten, maar toch heb je een idee. En als ik aan Montenegro denk, denk ik aan een land in ontwikkeling. Wat minder ontwikkeld, en dat bedoel ik niet beledigend. Maar wat we in Porto Montenegro aantroffen, ik heb nog nooit zoiets gezien. Ik heb Saint Tropez gezien, ben wel eens in Nice geweest, heb veel grote boten in Bonefacio op Corsica gezien. Maar dit, deze luxe, deze hoeveelheid aan superjachten én aan megajachten, echt bijna belachelijk. Schepen met een verdieping of 4 zijn geen uitzondering, en nee, ik heb het hier niet over een cruiseschip of iets dergelijks. Alles is hier groter dan groot en luxer dan luxe. Wij hebben bijvoorbeeld geen douche of toilet. Nee, wij hebben hele badkamers tot onze beschikking. Oh ja, en wij zitten in het ‘mindere deel’ van de haven, je weet wel, voor die kleine bootjes. En ze vinden het hier nog lang niet genoeg, ze willen de capaciteit zo’n verdubbelen. Wij kijken onze ogen uit. We zullen deze week iets meer foto’s plaatsen, maar dit is werkelijk van een totaal andere orde. Hebben we bij Sibenik onze ogen uitgekeken, nou dit is keer 5. Het is een hele ‘Disneyland’ voor bootbezitters wat ze hier hebben gebouwd, een beetje een Las Vegas gevoel krijg je hier ook. We zijn benieuwd hoe wij de komende dagen hier gaan beleven. Een ding weten we al wel, het gaat warm worden, héél warm.