Ga naar de inhoud

Week5

week05: 9 augustus t/m 16 augustus 2003 geschreven door: Thea
 Reizen en strand.

Op zondag een lange reis gemaakt van ca. 530 kilometer. Maar, het is reuze meegevallen. René en ik zijn het er wel over eens dat je niet elke keer zo’n lange ruk wilt maken, maar het is zeker te doen. De dames zijn helemaal aan het lezen geslagen. Geen wanklank vernomen van de achterbank.

Wel weer een aantal rijervaringen opgedaan. Zo heb ik bijvoorbeeld een noodstop moeten maken voor een koe die de weg opliep (slik), ik kan meedelen dat de elektronische rem van de caravan het goed doet. En de vos kan aan ons lijstje ‘dieren in het wild’ worden toegevoegd. Verder hebben we onze eerste ‘bergen’ gezien. Aangezien wij vinden dat het bij een aantal lijkt alsof er een harde klap bovenop is gegeven noemen wij ze ‘hamerbergen’, ideetje van Lisa.

Op een foto van deze week is nog de geweldige Northern High Way (number 1!!) te zien. Op een gegeven moment wordt de weg over een rivier enkelbaans !!!! En je kunt niet echt goed zien of en zo ja wat er van de andere kant komt. Het bordje m.b.t. inhalen lijkt hier dan ook geheel overbodig, dat kan namelijk helemaal niet!!!

Aangekomen in Karratha, krijgen we op de camping in eerste instantie een minder aangename mededeling. We hebben inderdaad gereserveerd, maar er heeft iemand een hartinfarct gekregen, en ons plekkie is dus bezet. Maar …. we kunnen de eerste nacht in een cabin. Nou vooruit, na 530 km hebben we geen zin meer verder te trekken. De cabin blijkt erg klein, eigenlijk bedoeld voor twee personen. Even terug naar de campingbazin, en dan krijgen we de sleutel van …. een 5 persoons cabin 🙂 Twee aparte slaapkamers, eigen toilet en douche, tv, 3x airco, koelkast, etc.,etc. Ach, het is een opoffering, maar vooruit maar 😉

De volgende dag naar onze officiële campingplaats. Beetje haasten want er hangt een erg donkere lucht. Een medewerker van de camping verzekert ons dat dat niets voorstelt, want er valt daar echt haast nooit regen, echt niet….. Toch wat voortgemaakt, en gelukkig maar. Een half uurtje later begint het te regenen, en hoe! Het houdt pas eind van de middag op. En dat terwijl er in Nederland een hittegolf aan de gang is, het moet niet gekker worden.

Als we geïnstalleerd zijn beginnen we met de eerste lesdag van de meiden. Dat gaat prima, ze vinden het (nu nog) leuk. Aan het eind van deze week kunnen we zeggen dat het ons niet tegenvalt. Het lesgeven geeft ook wat regelmaat, en de meiden doen het tot nu toe nog zo goed dat een dag of 4 lesgeven volstaat om de weektaken af te krijgen. Omdat ze op donderdag het geplande werk afhebben, besluiten de meester en de juf dat we met z’n allen vrijdag mogen uitslapen. Nee, heus geen eigen belang hoor. Echter Lisa staat voor negenen bij ons bed. Of we wel weten hoe laat het is, we moeten eruit, want wij hebben beloofd dat ze die dag met hun ‘project’ mogen beginnen: Vissen in Australië. Tja, of dit enthousiasme 40 weken blijft ………

Op donderdag zijn we naar Port Hedland verhuisd. Geen bruisende stad, maar de industrie die er is is zeker indrukwekkend. Er wordt daar ijzerrijk steen uit de grond gehaald. En vervolgens vervoerd in treinen met een lengte die je je niet voor kunt stellen. Ook kijk je vanaf de doorgaande route op een giga berg zout. De bulldozers rijden er gewoon bovenop. Dat is de tweede grote inkomstenbron van die regio. Erg grappig om daar je potje zout bij voor te stellen. Op de wegen in de buurt van Port Hedland rijden dus de hele dag zogenaamde ‘road trains’. Dat zijn ongelofelijk grote vrachtwagens, soms wel met 4 bakken achter de truck. Ze mogen hier maximaal 35 meter lang zijn, slik …

We ontdekken nog een idyllisch strandje ‘Pretty Pool’ geheten en dat is het ook. Omdat we niet op een camping terecht konden in de buurt van het stadje en het strand, besluiten we hier maar twee nachten te blijven. Waren we in het vorige verslag nog enthousiast over het reserveren van campings, deze week is dat geheel en al mis gelopen. Zowel bij de campings in Port Hedland alsook de volgende twee geplande stops, krijgen we nul op rekest. Er wordt niet gereserveerd. Zorg maar dat je er op tijd bent. Tja, dat gaat niet altijd, en zeker niet als je 350 of meer kilometers reist. Afijn, het hoort erbij, we hebben het geprobeerd. En ons motto voor dit jaar: “Het is zoals het is”.

Na Port Hedland komen we zaterdag aan op de camping: 80 Mile Beach. Mogen jullie raden waarom het zo heet 🙂 Om er te komen moet je van de verharde weg af, en ca. 10 kilometer ‘dirt road’ rijden. Dat is een soort rode gravel weg. Wel aangestampt, maar stel je er niet te veel bij voor. Vooral met een caravan achter je aan doe je toch wel even rustig aan. Alhoewel, ik moest erg oppassen want we werden door auto’s (ook met caravan) en bussen ingehaald die daar ca. 70 reden. Wij hechten wat waarde aan de goede status van onze caravan, dus zijn fijn een gangetje of 40-50 blijven tuffen. Echt zwaar hoor zo’n wereldreis, ppff.

Het blijkt een hele leuke camping, en een SUPER strand. Echt zover je maar kunt kijken, links … rechts …… ongelofelijk. Als we de eerste middag het strand verkennen, blijkt het zo vol met schelpen te liggen (naast al het zand dan, natuurlijk) dat je niet weet welke je op zult rapen. De meiden raken door het dolle heen. René loopt naar de zeerand, en ziet een dolfijn zwemmen. Echt rot allemaal. Wat we verder nog op deze camping meemaken en de reis naar Broome komt in het verslag van volgende week.