Ga naar de inhoud

Week27

week27: 12 januari t/m 18 januari 2004 geschreven door: Thea
 Het vulkanengebied…

Maandag worden we wakker met stalend weer. Dat hadden we ook gepland voor ons uitstapje naar de Bay of Islands 😉 De dames worden nog even aan het werk gezet, hier in Nieuw Zeeland zal het schoolwezen wel iets anders verlopen. Dus als we ergens een dagje blijven staan moeten we er maar even van profiteren. Daarna stappen we met zÃÏ allen in de camper, op naar Paihia. Even zoeken naar een geschikte plek voor de camper. Het is tenslotte ietsie moeilijker een klein vrachtwagentje te parkeren dan een ÁÈewone¡¦auto. We vinden een plekje vijf minuten lopen vanaf de pier(en) waar vandaan de bootjes vertrekken. We hebben namelijk besloten dat je een bay het best kunt verkennen vanaf de bay zelf. Dus een overtochtje naar het plaatsje Russell. Dit schijnt ook een mooi dorpje te zijn om wat rond te wandelen. Twee vliegen in één klap.

Het is niet moeilijk een veerboot te vinden, er zijn namelijk meerdere maatschappijen die je voor een prikje naar de overkant brengen, wat werkt concurrentie toch goed. Het is een tochtje van goed een kwartier. Heerlijk weertje, altijd lekker om dan op het water te zitten. Het uitzicht is ook prachtig, doet ons wel iets aan de Griekse eilanden denken. Aan de overkant besluiten we bij de supermarkt wat broodjes te halen, om zelf onze picknick te verzorgen. Een beter picknickplekje dan aan deze waterzijde met gras ¡¦ lekkere schaduw gaan we vast niet krijgen. Wat smaakt zo’n broodje toch lekker in het zonnetje en met een mooi uitzicht. Het wandelingetje daarna door het dorpje is ook leuk. Er staan hier nog wat huizen van eind 1800. Ook het kerkje uit die tijd met bijbehorend kerkhof wordt door mij en de meiden bezocht. René kijkt liever naar de bootjes. Wat mij opvalt, is dat de bouwstijl van Nieuw Zeeland toch behoorlijk verschilt van die van Australië Veel hout, en allemaal wat strakker. Waarschijnlijk speelt ook de omgeving wat mee, alles wordt door aanzienlijk meer groen omgeven hier. Al roept een kiwi buurman op de camping dat het helemáál niet groen is. Erg dor allemaal zelfs, het is te warm en te droog voor de tijd van het jaar.

Na de terugtocht brengen we het eind van de middag en de avond weer door op de camping. De warmte ÁÅwingt¡¦ons nog even van het zwembad te genieten, en dat doen we dus ook maar 🙂

Dinsdag trekken we van oost naar west. We willen een bezoek brengen aan de Kauri bossen. Het is een nog ÁÐrigineel¡¦stuk(je) oerbos hier in het noordelijke puntje van Nieuw Zeeland. Voordat we echt de bossen induiken, bezoeken we eerst nog even een mooie inham/baai aan de westkust. Het heet Hokianga Harbour. Ik word ondertussen stapelgek van alle namen hier. Ik zal er even een paar geven: Whangape Harbour, Matahoka, Maugaturoto, Pukehina, Ohaeawai. En nu heb ik alleen een aantal afwijkende namen gegeven, allerlei varianten op bovenstaande namen zijn er ook. Kortom jullie begrijpen het al. Kaartlezen is wel eens wat makkelijker geweest. Nou valt dat wel weer mee omdat er niet zo gek veel wegen zijn, maar tjonge jonge wat een plaatsnamen allemaal. Opzoeken wil nog wel, maar hoe spreek je het allemaal uit? Hoe dan ook, de baai heeft weer adembenemende vergezichten. Aan de overkant van het water zien we gigantische zandduinen, en aan de zuidkant van de baai is het prachtig groen en glooiend. En dit allemaal terwijl het behoorlijk bewolkt is, de kleuren kunnen dus waarschijnlijk allemaal nog mooier.

Daarna duiken we het bosgebied in. En hoe, na een paar kilometer langs de kust naar beneden te zijn gereisd, belanden we in het Waipoua forest (need I say more). De weg slingert zich dwars door het bosgebied heen. Direct langs de kant van de weg bevindt zich het bos met onder andere de prachtige boomvarens. De weg slingert behoorlijk, de hoogteverschillen zijn groot. We stoppen bij de Tane Mahuta (Lord of the forest), de hoogste nog levende Kauri boom. Hij is 51 meter hoog. Als we door het bos (halve oerwoud) lopen zijn we benieuwd of we de boom wel zullen herkennen. Maar dat is geen probleem. Na een bocht in het pad is de gigantische boom te zien. Een paar meter in doorsnee en takloos tot een hoogte van bijna 18 meter, staat de Kauri gigant voor ons. Wat is dat toch mooi, zoÃÏ indrukwekkende boom van meer dan 1200 jaar oud te zien. Een paar minuten rijden verderop, kunnen we naar de Four Sisters lopen. En aangezien wij thuis met 4 meiden waren moet ik dat natuurlijk zien 😉 Er staan 4 Kauri bomen prachtig in een carrêÂnaast elkaar te groeien. De omvang en hoogte zijn niet zo indrukwekkend als bij de eerder genoemde boom, maar toch. Je voelt je wel klein met al die reuzen om je heen.

Na een kort bezoek aan het Visitors Centre van het bos besluiten we de dag in Dargaville. De camping heeft, net als alle voorgaande campings, een trampoline en een speeltuintje, maar nog véél belangrijker ¡¦. een opbouwend circus in de achtertuin. Pal achter onze caravan staat de circuscolonne. Hoewel het er allemaal een beetje kneuterig uitziet beschikt het circus wel over een olifant (ik denk nog even dat RenêÂeen grapje maakt als hij dat tegen de dames zegt, maar hij staat er toch heus) en een drietal leeuwen !!! Dit natuurlijk naast de gebruikelijk paarden en paardjes, honden, ezels en aapjes. Wat is er nou mooier dan tegen de avond nog even een rondje om het circusdomein te maken en de leeuwen te horen brullen. ÃÔ Nachts is de grap iets minder. Vooral als de olifant het leuk blijkt te vinden tegen zijn stalen deur te bonken, en de ezel die vlak achter ons staat geparkeerd af en toe in een neurotisch gebalk uitbarst. Maar afijn, toch weer een hele ervaring, nog geen 50 meter van leeuwen af te slapen.

Woensdag op naar Auckland, maar niet voordat we het Kauri museum in Matakohe hebben bezocht. Dit museum wordt hartelijk aanbevolen door de Lonely Planet, en daar komt na het bezoek mijn aanbeveling bij. Van buiten is de omvang van het museum niet goed te zien, maar de kaart die we bij binnenkomst krijgen doet vermoeden dat we aan een uurtje niet genoeg hebben. Niet alleen is het een museum van een redelijke omvang, de opzet is ook erg leuk. Ik ben zelf gek op nagebouwde situaties van vroeger. En die zijn er plenty. Er is een complete houtzagerij nagebouwd. En er zijn tientallen stoommachines, ook hele grote te bewonderen (ook een aantal in een ÁØerk¡¦scene). Deze hielpen vooral de eerste helft van 1900 de houtkappers en ËÛagers bij hun zware werk. Echt geweldig gedaan. Ook worden de verschillende houtsoorten (maar niet alle hoor 😉 vergeleken, en is er op de muur weergegeven hoe groot de grootst gekapte boom in omvang is geweest. Want gekapt is er. Als je door het gebied rijdt (na het Waipoua forest) en je bedenkt dat al deze weilanden en lage bosjes dicht woud zijn geweest, word je wel een beetje stil. Veel van deze natuur is verloren gegaan. Gelukkig bestaan de National Parks tegenwoordig, om ons, verwende stadsmensen, toch nog van deze oernatuur te laten genieten.

Verder zijn er nog prachtige voorwerpen van hout te bewonderen, en loop je door een gang waar achter glas zes huiselijke situaties van vroeger weer zijn gegeven, voorwerpen en poppen. Dit wordt voor de meiden het hoogtepunt van het museum bezoek. Als ik langs de uitstallingen van eind 1800 begin 1900 loop, hoor ik de meiden al gieren en griezelen bij nummer zes. Ik moet en zal komen, want: Á©et is doodeng!!¡¦ Ik wil rustig even alle ramen af, en de meiden blijven lol houden. Á°h mam, zo knap wat die pop doet, gewoon eng.¡¦En Lisa springt regelmatig bij het raam weg. Als ik dan uiteindelijk arriveer, zie ik de pop achter in de hoek in een bad. Net als alle poppen vrij echt. Á¦ven wachten mam, ze begint vast zo weer. Zie je de pop kan haar voet bewegen¡¦ En inderdaad het is echt heel knap gemaakt, maar de meiden weten me te verzekeren dat het nog véél enger wordt. Als de ÁÑop¡¦na zich nog wat te hebben ingezeept begint te knipogen begrijp ik dat het geen pop is ¡¦ De dames geloven mij eerst niet, maar moeten na nog wat knipogen toch bekennen dat ze minstens vijf minuten hebben staan giebelen en griezelen bij een acteur. Echt lachen!!

Naar mijn zin wat te vroeg trekken we verder, want we willen niet al te laat in Auckland aankomen. We hebben namelijk een date. Met mijn oma !!! Niet alleen met mijn oma, want ook een tante van me, Margriet en een neef, Joost zullen er zijn. Gisteren hebben we telefonisch contact gehad en afgesproken op een camping aan de zuidkant van Auckland. Zij reizen namelijk ook vier weken rond door Nieuw Zeeland, en zijn nu weer in de buurt van Auckland. Geeke, een nicht(je) van mij, loopt stage bij een Youth Hostel hier. En haar broer heeft mijn tante, en daarna ook mijn oma, overgehaald haar hier op te zoeken en natuurlijk daarnaast ook nog wat meer van het land te zien. Nu wil het toeval dat wij tegelijk hier in dit mooie land rondtoeren. Dus ¡¦via Geeke is nu de date geregeld. Stel je voor, een afspraak met je oma van 88 in Nieuw Zeeland, die daar dus niet woont. Best spannend, maar vooral heel erg leuk natuurlijk.

Als we op de camping komen zien we nog geen Á·an der Sluis¡¦in het campingboek van vandaag staan. Ze zullen wat later zijn. Tegen half zeven komen ze aan, in een gewone auto ?!?!?! Wat blijkt, ze stonden er al een nachtje en met de auto van Geeke, die er dus ook bij was, waren ze Auckland in geweest. Ze hadden netjes voor ons een briefje op hun campervan achtergelaten. Maar ja, wisten wij veel ¡¦ maakte ook niet uit. We hebben lekker wat gedronken, en daarna zijn we door hun op een etentje getrakteerd (overigens, het glaasje wijn op de foto is niet van mij, maar van mijn oma :-). ÃÔ Avonds nog even wat ervaringen uitgewisseld, want zondag vliegen zij weer terug naar ons koude kikkerland. Zij hebben het meeste al gezien, naast gezellig dus ook nog eens nuttig voor ons. Alledrie hadden ze genoten van de reis. Heel veel gezien, en ook oma had nog stevige wandelingen van zeker anderhalf uur gemaakt. Waarvan hier trots melding! Even voor de volledigheid, ook Geeke heeft het hier prima naar haar zin. Zelfs zo erg, dat ze na de stage nog maar een tijdje blijft. De volgende ochtend heb ik ze nog even uitgezwaaid. Beetje vroeg voor mijn doen. Maar ja, de komende tijd zien we ze niet weer. En zoals gezegd, het was voor ons allemaal wel apart en zeker gezellig.

De volgende dag stappen wij op de bus naar het centrum van Auckland. Als je een keer in de stad met de grootste bootdichtheid per inwoner bent, moet je natuurlijk wel even naar de haven. Bovendien willen we graag de Sky Tower zien. De bus doet er ruim een uur over om in het centrum te komen. En het is ook nog een beetje warm, maar we zien zo natuurlijk wel veel van de stad en haar buitenwijken. Als we in het centrum lopen, is de Sky Tower niet te missen. Wat wil je ook, 328 meter hoog. Als we erheen wandelen, valt ons op dat er relatief weinig ÁÐude¡¦gebouwen zijn. Auckland lijkt een zeer moderne stad. Veel wolkenkrabbers en veel spiegelglas. De sfeer is overigens behoorlijk relaxed. We maken hier voor het eerst de ÁÕotale voetgangers oversteek stoplichten¡¦mee. Dit houdt in dat alle stoplichten bij een druk kruispunt tegelijk op groen gaan voor de voetgangers. Deze steken dan niet alleen ÁÈewoon¡¦de straat over, maar ook diagonaal over het kruispunt. Dit is een bijzonder grappig gezicht. Het lijkt een beetje gedirigeerd, alsof je een toneelstukje ziet.

We besluiten de stad vanuit de lucht te gaan zien, althans, vanaf een goede 200 meter dan. Lekker veilig, op het ÁÐbservationdeck¡¦van de toren. En dat bevalt ons prima. Er is boven nog een overzicht van de hoogste torens op de wereld, en zowaar de Euromast wordt ook genoemd. Met zijn 182 meter staat ie toch maar mooi op de kaart. We hebben een prachtig uitzicht over de stad en de haven(s), en begrijpen ineens waarom er hier zoveel boten en bootbezitters zijn. Auckland lijkt op een soort eiland(je) te liggen. Overal om de stad is water. Een waar paradijs voor de watersportliefhebber, dat is wel duidelijk. We zijn dan ook van plan na deze belevenis naar de haven te wandelen. Helaas, dat valt letterlijk een beetje in het water. Het is gaan regenen. En dan is een haven toch een stuk minder gezellig. We wandelen dus nog wat door de stad, en springen weer op een bus.

Vrijdag trekken we door naar Rotorua. We kunnen het zelf haast niet geloven, maar we zijn toch ¡¦ht alweer een h¡¦e week in Nieuw Zeeland !!! De tijd vliegt, snel op pad dus maar. Rotorua is een stad midden in het vulkaangebied. Wij zijn zeer benieuwd. De weg erheen is erg goed. Regelmatig meer dan een tweebaansweg, en niet al te slingerig. In het Noorden van het eiland zijn we behoorlijk getest op onze rijvaardigheid, en tot nu toe hebben we de proef goed doorstaan. Natuurlijk is het even wennen met zoÃÏ grote bak, maar het valt ons niet tegen.

De camping die we hebben uitgekozen ligt vlak bij het dorpje, en vlak aan het meer. Het is een behoorlijk meer. Meteen op de camping hebben we onze eerste ÁÕhermal activity¡¦ervaring. Direct naast de playground borrelt de hete modder zo uit de grond. Ook heeft deze camping thermale baden, en een soort stoomkookpan die verwarmd wordt door Moeder Aarde (een Hangi noemen ze het hier, dat is een Maori naam). Kortom, nieuwe ervaringen genoeg. We besluiten direct even een wandelingetje naar het dorp te maken. Kleine inschattingsfout van onze kant. De wandeling is mooi, daar niet van, en we zien ook veel leuke en nieuwe dingen, maar ¡¦Het is veel warmer en veel verder dan we gedacht hadden. Over de lengte van de tocht hebben we ons laten informeren door de eigenaren van de camping. Volgens ons moeten ze eens een inschattingscursus gaan volgen. En de inschatting van de warmte is gewoon onze eigen fout. Hoe dan ook, we komen na drie uur behoorlijk uitgeput weer op de camping.

Even ter ieders geruststelling. Die drie uur hebben we niet alleen gewandeld, we hebben ook even bij het meer gekeken. Zijn gestopt bij een prachtig kerkje en ook bij een Maori Meeting house uit 1887. Maar toch, het was wat te lang en te warm. Wat ontzettend leuk was om te zien, waren de eigengebouwde verwarmingselementen bij iedereen in de tuin. Van een energierekening hebben ze hier waarschijnlijk nog nooit gehoord. Het warme water halen ze zo uit de grond. Ook verwarmen ze hun huizen met deze natuurlijke warmtebron. Je zag de pijpen zo uit de grond komen. En om overdruk te voorkomen zat er altijd wel een soort stoompijp op het systeem. In de meeste gevallen was die ook nodig, want ze stoomden bijna allemaal. Zoals gezegd, erg leuk. En voor ons als dikke aardkorstbewoners, was het toch ook heel leuk het borrelende water en modder zo maar langs de kant van de weg te bekijken. Wij begrijpen eigenlijk niet dat iedereen dit maar normaal vindt. Als de aarde toch zo ÁÅun¡¦is hier, dan moet het haast wel weer eens mis gaan, toch? Maar goed, over twee dagen zijn wij hier weer weg 😉

Zaterdag met de camper een rondreis door de omgeving gemaakt. Het is hier echt vreselijk mooi. Het barst hier van de meren en de bossen. Je zit dan aan zoÃÏ prachtig meer en ziet aan de overkant een heerlijke bosrijke steile heuvel. Prachtig. We stoppen eerst bij de Okere Falls. Dit is een wildwater rivier. De natuur rondom deze rivier is natuurlijk uitbundig, een korte wandeling brengt ons bij een smalle doorgang waar het water zich doorheen perst. Je kunt je bijna niet voorstellen dat ze hier met Jan toerist zomaar vanaf denderen, maar vooruit, er zullen wel niet al te veel doden bij vallen. Anders hadden ze het vast wel verboden. Zoals gezegd het uitzicht op de rivier is prachtig. De rit gaat verder naar een plekje waarover we getipt zijn door onze familie. Veel rustiger dan het toeristische gedeelte van het gebied. We tuffen erheen, het riviertje met de parkeerplaats rijden we eigenlijk per ongeluk voorbij. Maar ongeveer een kilometer verder staan we bij Á­ake Ratoehu¡¦ Zoals gezegd, er zijn hier zoveel meren, dat deze verder maar niet teveel ÁÐntwikkeld¡¦is. Het is een prima plek voor onze middaglunch. In de tijd dat wij er zijn stoppen er twee autoÃÔ en twee locals komen even langs. Heerlijk rustig dus. De zon schijnt op ons bolletje, maar het windje zorgt ervoor dat we het niet al te warm krijgen.

RenêÂwil graag nog even naar Áµhe Blue Lake¡¦ Waarschijnlijk omdat onze ervaringen bij haar Australische naamgenote ons goed is bevallen. Als we daar aankomen, weten we niet wat we zien. Niet dat het meer blauwer is dan Lake Ratoehu, of maar in de buurt komt van de kleur van het meer in AustraliìÎ maar het is er wel véél drukker. Na even goed rondkijken zien we hoe dat komt. Er is een roeiwedstrijd aan de gang. En niet eentje met een paar bootjes, nee er zijn er zeker een paar honderd. Ook dit is toch wel weer een leuke ervaring. We kijken even naar het evenement, en de dames nemen een duik. Er staat een (behoorlijk steile en gevaarlijke) glijbaan in het water (het stukje waar de wedstrijd niet is), de dames vinden het prachtig.

Ter afsluiting van het rondritje die dag gaan we naar het Á£ath House¡¦in Rotorua, althans het voormalige badhuis. RenêÂen ik hadden gedacht dat de meiden liever naar de camping wilden, maar vooral Lisa heeft zich tot een ware museumomaan ontpopt. Iets wat haar moeder zeer pleziert. Dus besluiten we met het hele gezin te gaan.

Ik verheug me de hele dag al op het bezoek. De dag ervoor hadden we het gebouw al van de buitenkant gezien. Wat een prachtig gebouw. Ik heb het even opgezocht, maar het is begin 1900 gebouwd in de Tudor-style. Het is waanzinnig groot, en hoog. Je ziet zo dat het vast een onpraktisch gebouw is, heerlijk. Binnen wordt dit alles bevestigd. Het is erg warm bij de entree. En dit gedeelte is door de hoogte en de vele ramen ook niet te koelen, althans niet zonder een torenhoge energierekening. Het was hier eigenlijk een soort kuuroord. En ik kan jullie zeggen, rare methoden hielden ze er toen op na. De ruimte onder het gebouw zit vol met pijpen. Revolutionair voor die tijd en, zoals vermeld, zeer onpraktisch en slecht aangelegd. Degene die dit allemaal bedacht heeft is failliet gegaan. Het gebouw moest als badhuis uiteindelijk sluiten. Het onderhoud was veel en veel te duur. Naast de historie over het gebouw, zijn er nog verschillende andere tentoonstellingen. Eentje over de Maori bevolking in de omgeving, eentje over platenhoezen, eentje over een Maori bataljon en nog een paar. Leuk om te zien, maar voor ons is het hoogtepunt de film over de geschiedenis van dit gebied. De banken in de filmzaal blijken bij het tonen van de beelden van de laatste vulkaanuitbarsting heen en weer te bewegen, erg leuk. Ook de meiden vinden het prachtig. Het park vóór het gebouw is overigens ook prachtig aangelegd. Het geheel ademt een heerlijke sfeer uit.

Op weg naar de camping stap ik nog even uit bij het Kuirau park. Nog even aan wat modderpoelen ruiken. Het park is vrij toegankelijk voor iedereen. En zoals al eerder gezegd. Het blijft bijzonder te zien dat iedereen het maar normaal vindt dat er aarde staat te stomen naast je huis. Mooie plaatjes van het rokende/stomende Kuirau lake gemaakt. Daarna in de hitte naar het caravanpark geslenterd. De kilometers zijn voor vandaag ook zeker weer gehaald. De warmte is hier overigens anders dan in Nederland en/of AustraliìÐ Zodra de zon schijnt, lijk je een beetje weg te branden. Wat wel weer lekker is, is dat het ÃÔ avonds lang licht is, en de temperatuur is ook nog vrij laat aangenaam.

Zondag verlaten we Rotorua, we gaan naar Taupo. Maar niet voordat we naar het Wai-O-Tapu park zijn geweest (worden jullie ook al een beetje gestoord van alle namen?). Dit park herbergt zoÃÏ beetje alle verschillende vulkanische activiteiten. Er zijn: ingestorte kraters, koude maar ook kokende water poelen, kokende modderpoelen, plekken waar stoom uit de aarde komt, ¡¦ een ÁÈeyser¡¦ Dit is wel een geyser die een klein beetje wordt geholpen, maar toch. Ook hebben de verschillende meertjes en stroompjes water allerlei kleuren. Dit kan uiteenlopen van grijs tot blauw, en van geel tot groen.

Eerst gaan we naar de geyser, want die spuit precies om 10.15 uur. Dit komt omdat de parkwachter er dan wat stukjes zeep ingooit. 100% biologisch afbreekbaar verzekert de beste man ons. Hij legt ook even uit hoe het werkt. De zeep zorgt ervoor dat het koude water bovenop in het reservoir ÁÍichter¡¦wordt, waardoor het hete water ÁÅoor¡¦het koudere heen kan breken, en de geiser laat spuiten. En dat doet ie. Niet super indrukwekkend, maar toch leuk om eens te zien. Daarna verder het park in, en dit is echt elke cent waard. Je waant je er midden in een scheikunde doos. Overal om je heen borrelt en stoomt het. Ook de kleuren zijn fascinerend. Sommige bomen lijken oranje te zijn, en het water in Áµhe Devils Bath¡¦heeft een bijna lichtgevende gele kleur. Het is mooi aangelegd, er zitten nogal wat avontuurlijke klimmetjes in. Kortom, we vermaken ons uitstekend, en doen door alle stops over het tochtje van 3 kilometer door het park, een uurtje of twee.

Daarna door naar Taupo, ook deze reis gaat vrij snel. Dit glooiende gebied is voor ons een makkie. RenêÂen ik steggelen een beetje over de campingkeuze. Ik wil het liefst vlak bij het centrum en het water. Misschien kunnen we de camper dan een dagje laten staan. Maar RenêÂheeft een camping gevonden die waarschijnlijk voor de dames veel te bieden heeft. We trekken naar de laatstgenoemde camping, en de dames belanden in een kinderparadijs. Niet alleen telt de playground naast de gebruikelijke klim, slinger, schommel en glij-attributen, drie (ik herhaal 3) trampolines. En als klap op de vuurpijl staat direct voor onze camper een giga-mega springkussen. Lengte, een metertje of 20, breedte 5 meter. Waanzinnig, daarnaast is er natuurlijk een verwarmd zwembad (graadje of 30), dus de dames vragen of we hier niet de rest van de vakantie door kunnen brengen. Nou dat waren we niet van plan, maar vooruit even twee dagen een kinderhemeltje vinden we prima.

Aan het eind van de middag verkennen we het dorpje nog even. We hebben onze eerste kennismaking met het Taupo meer, dit is het grootste meer van Nieuw Zeeland. En ontdekken dat dit een zeer gewild backpackers stadje is. Het barst van de backpackers. Geeft wel een relaxed sfeertje. Morgen de omgeving maar even verkennen. Dat wil zeggen, als we de kinderen van de camping af kunnen krijgen 😉