week26: 5 januari t/m 11 januari 2004 | geschreven door: René | |
Van Ozzie naar Kiwi… | ||
Maandag 5 januari. We staan in Melbourne op een zeer luxe camping een paar kilometer buiten het centrum. Voor vandaag staat er een uitje naar de stad op het programma. Direct aan de overkant van de straat stopt er een bus die ons rechtstreeks richting centrum brengt. Dit is een zeer comfortabele manier om in de stad te komen. Melbourne is een wereldstad met 3,4 miljoen inwoners en het verkeer is er erg ingewikkeld. Om de één of andere reden hebben ze er afwijkende voorrangregels ingesteld. Eigenlijk geeft iedere lokale inwoner je de wijze raad om niet zelf met de auto het centrum in te gaan. Allereerst gaan we naar de botanical gardens. Die liggen een klein stukje ten zuiden van het echte hart. Het is een prachtig aangelegd park. Zeer goed onderhouden en op allerlei plaatsen zie je bomen, struiken en plantjes die je normaal niet ziet. Het zonnetje schijnt en het is een graadje of 25. Heerlijk weer dus om lekker door een park te slenteren. In het park staat ook een prachtig theehuis waar we de lunch gebruiken. Nadat we onze dorst hebben gelest, de magen hebben gevuld en de benen de nodige rust hebben gegeven wandelen we naar rivier de Yarra. Dwars door Melbourne slingert deze rivier die uiteindelijk uitmondt in de gigantische baai waar Melbourne aan ligt. Via een antieke, Victorian style, brug lopen we naar de overkant van de Yarra. Daar ligt het grote Rod Laver tenniscentrum en de Melbourne Cricket Grounds. Met daarnaast nog weer een aantal gigantische evenementhallen. Volgende week begint hier in Melbourne de Australian Open tenniskampioenschappen. Er wordt druk gewerkt aan het opbouwen van de nodige extra tribunes en allerlei partytenten. Het hele complex is behoorlijk toegankelijk en we kunnen zomaar de grootste tennisarena binnenwandelen. Zonder het echt in de gaten te hebben staan we plotseling aan de rand van het Centre Court van de Australian Open. De baan waar de belangrijkste partijen worden afgewerkt. We worden aangesproken door een Nederlandse jongen die voor de eerste week een aantal dagkaarten had weten te bemachtigen. Hij is een echte tennisfan en geeft ons de nodige inside-information over het komende toernooi. We maken natuurlijk wat foto’s en zijn behoorlijk onder de indruk. Het is een gigantisch stadion met schuifdak. Mirthe beslist ter plekke dat ze in plaats van televisiester toch maar tennisster gaat worden. Direct naast het tenniscomplex ligt het MCG, de Melbourne Cricket Ground. We hadden gehoopt ook hier even binnen te kunnen wandelen maar helaas dat lukt niet. Aan de ene kant van het stadion wordt er druk bijgebouwd en het barst er van de beveiliging. Volgende week wordt er weer een belangrijke wedstrijd tegen India gespeeld. Cricket is heilig in Australië. Iedereen is er helemaal maf van en de kranten besteden dagelijks 3 á 4 pagina’s aan cricket, dit ook vanwege de langlopende serie testwedstrijden tegen India. Er zijn hier zelfs echte crickethooligans. Australië was jarenlang erg dominant in de internationale cricketwereld maar ze staan in de wedstrijden tegen India toch behoorlijk onder druk. En dat vinden ze niet echt leuk. Nadat we het hele sportcomplex zo’n beetje bekeken hebben lopen we naar het stadscentrum. Opvallend tijdens deze wandeling zijn de prachtige huizen hier in Melbourne. Een groot deel is opgetrokken in de authentieke Victoriaanse, typisch Engelse, stijl. In het centrum komen we allereerst terecht bij het Federation Square. Een prachtig, spiksplinternieuw complex waar allerlei dingen op kunstgebied gebeuren. Federation Square bestaat uit allerlei mooie kunstwinkeltjes waar de nodige tentoonstellingen te zien zijn en een groot Modern Art museum. Buiten is het ook erg mooi om te zien hoe het hele plein, in zeer moderne stijl, prachtig past tussen een aantal oude gebouwen er om heen. Het hele complex ademt een hele gezellige en ontspannen sfeer uit. Zo hier en daar een terrasje en een gigantisch videoscherm waarop een belangrijke cricketwedstrijd (tegen India natuurlijk) live wordt weergegeven. We hadden hier wel een hele middag kunnen doorbrengen maar daar gunnen we ons de tijd niet voor. Vanaf Federation Square wandelen we de winkelstraten binnen, erg veel gigantische winkelcomplexen en daartussen allerlei kleine winkeltjes. We kopen nog wat cadeautjes voor de meisjes van de familie waar we donderdag de caravan gaan stallen. Daarna direct vanuit het centrum weer op de bus gestapt die ons tot vlak voor de campingpoort brengt. We hebben vandaag redelijk wat van Melbourne gezien, nog lang niet alles maar dat gaat ook niet lukken. Al met al een kilometer of acht gewandeld (lees geslenterd) dus we zijn moe maar voldaan. Dinsdag 6 januari. Weer een uitstapje vandaag. We gaan met een stoomtrein de heuvels rond Melbourne verkennen. Daarvoor moeten we eerst naar een dorpje aan de andere kant van Melbourne. Dat betekent ruim een uur in de auto, je blijft je verbazen hoe groot en langgerekt de buitenwijken van zo’n stad zijn. Het stoomtreintje heet Puffin Billy en vertrekt vanuit het dorpje Belgrave. Puffin Billy trekt ons, voor het grootste deel, bergop door een prachtig groen bebost heuvelgebied. Het feit dat alles zo groen is betekent dat er regelmatig regen valt. Een klein uurtje verderop ligt een meertje met daarbij nog een speeltuin, picknickgelegenheid en een klein miniatuurtreintjes museum. De meeste mensen stappen hier uit en gaan een aantal uurtjes later weer terug. Wij doen dat ook. We hebben ons wel een beetje vergist in de temperatuur want we zijn gekleed in korte broek, T-shirt en een trui en dat veroorzaakt al heel snel het bekende “chickenskin”. De kinderen leven zich uit in de speeltuin, we eten onze meegebrachte boterhammetjes en bezoeken nog even het miniatuurtreintjes museum. Lisa en Mirthe zijn behoorlijk onder de indruk van de twee kilometer spoorrails die is verwerkt in een prachtig miniatuurlandschap. Vervolgens springen we weer op de trein en Puffin Billy brengt ons, al stomend, weer terug naar het dorpje waar de auto staat. Ondertussen is het een beetje gaan miezeren en het is nog wat frisser geworden. In de auto gaat de kachel aan. We hebben ondertussen via de touroperator in Nederland kunnen regelen dat we de camper een dag eerder kunnen ophalen en ook weer een dag eerder kunnen inleveren. Dit in verband met de kleine vergissing die we vorige week hadden ontdekt met betrekking tot de vliegdatum naar Nieuw Zeeland. Kortom, alles is weer op z’n pootjes terecht gekomen. Woensdag 7 januari. Vandaag gaan we inpakken en brengen de caravan naar een dorpje een kleine honderd kilometer aan de Oostkant van Melbourne. In het eerste deel van onze reis hadden we aan de Westkust in Broome de familie Wiglesworth ontmoet. Eigenlijk heel kort maar per e-mail is er steeds informatie uitgewisseld. Ze hadden ons aangeboden om bij hun de caravan te stallen en dat doen we dus met plezier. We laten de caravan daar bijna zes weken staan omdat we direct na Nieuw Zeeland doorreizen, per ferry, naar Tasmanië. Op Tasmanië gaan we kamperen in twee kleine tentjes en zo af en toe een huisje dus de caravan hebben we daar niet bij nodig. Voordat we echt inpakken gaan we met z’n allen nog even naar de kapper. Om precies te zijn, Thea knalt met een tondeuse door mijn weelderige haardos en ze gaat met Lisa en Mirthe naar de echte kapper. De kapper was hun aanbevolen door Paloma die we op de camping in Torquay hadden ontmoet, haar zoon Julian heeft er een baantje. Zo zie je maar, allerlei aardige Australiërs doen hun best om het ons zo gemakkelijk mogelijk te maken en wij maken daar dankbaar gebruik van. De caravan ingepakt in de regen en het laatste wasje uit droger gehaald. Op naar Buln Buln, zo heet het plaatsje waar de familie Wiglesworth woont. Daarvoor moeten we dwars door Melbourne. Dat kan op twee manieren, de eerste gaat via gewone routes met veel stoplichten en vertraging, de tweede loopt via de Citylink. Dat is een tolweg over een gigantische brug en een lange tunnel, dwars door, over en onder Melbourne. De inwoners van Melbourne die regelmatig gebruik maken van de Citylink hebben hiervoor een speciaal apparaatje in hun auto gebouwd waarmee ze toegang krijgen tot de Citylink. Daarvoor moet natuurlijk flink worden betaald. De minder frequente gebruikers van de Citylink kunnen een dagpas kopen, dat gaat gewoon met één telefoontje naar een speciaal nummer waar je, na het doorgeven van je creditcardnummer en je kentekennummer, ook toegang krijgt tot de Citylink. Dat wordt gecontroleerd door camera’s die je filmen en automatisch het kentekennummer vergelijken met de database waarin hun betalende klanten staan geregistreerd. Kosten voor een dagpas bedragen 9,50 Australische dollars, ongeveer 6 euro. Dat scheelt de nodige kilometers omrijden en vele minuten vertraging. Anderhalf uur later komen we aan in Buln Buln, een piepklein dorpje. We worden van harte welkom geheten door Debbie en haar kinderen Sophie, Claire en Daniel. Haar man Bill heeft ze vandaag naar het vliegveld gebracht, hij gaat z’n vader in Kentucky (USA) bezoeken vanwege de man’s 90e verjaardag. Bill zien we dus pas weer als we de caravan gaan ophalen, ergens rond 23 februari. Debbie is van het type (over)ijverige gastvrouw die alles doet om het iedereen naar de zin te maken. We wisselen de nodige cadeautjes uit en voelen ons hier erg welkom. Er lag ook nog een pakketje uit Nederland voor ons klaar met een videofilmpje van ons spiksplinternieuwe neefje Lasse en nog twee verjaardagscadeautjes voor René en Mirthe. Gea en Jeroen, hartelijk bedankt! Jullie keuze was reuze! Lisa en Mirthe vermaken zich prima met Claire, de jongste dochter van Debbie. We wisselen de laatste vakantie ervaringen uit en de avond vliegt voorbij. Donderdag 8 januari. Vandaag inpakdag voor nieuw Zeeland en Tasmanië. Een beetje lastig inpakken want we moeten rekening houden met spullen die we wel naar Nieuw Zeeland willen meenemen maar niet nodig hebben in Tasmanië, en omgekeerd. Kortom, de hele caravan uitpakken en alles sorteren op drie verschillende stapels en vervolgens inpakken in de auto of weer in de caravan. We zijn er een groot deel van de dag druk mee. Debbie voorziet ons ondertussen van een heerlijke lunch. Toevallig ligt er precies vandaag een pakketje voor ons klaar uit Perth. We hadden de rego (soort belasting) van de auto betaald via het internet en de bijhorende licentie en kentekensticker zijn daaropvolgend naar ons postadres in Perth verstuurd. Louise uit Perth heeft het toen weer op de post gedaan naar Buln Buln. De oude rego-termijn loopt af op 10 januari en we krijgen nu dus op 8 januari de nieuwe sticker, precies op de dag dat we in Buln Buln zijn. Is dat even goed plannen! Zo zie je maar weer, het is reuze handig om zo hier en daar wat mensen te leren kennen die je graag helpen bij de dingen die moeten worden geregeld. Halverwege de middag nemen we afscheid van Debbie en de kinderen. Onze caravan staat keurig voor hun huis geparkeerd. Een kleine domper op de feestvreugde wordt veroorzaakt door het niet kunnen vinden van het briefje met daarop het adres en telefoonnummer van Rosie en John uit Tasmanië. Die hadden we ontmoet in Perth, ze waren toen zelf ook aan het rondreizen. Ze hadden ons van harte uitgenodigd om bij hun langs te komen als we op Tasmanië zouden aankomen. Bovendien waren ze in het bezit van een vakantiehuisje aan het strand waar we wel een paar dagen in zouden kunnen verblijven. Daar hadden we ons erg op verheugd, vooral Lisa en Mirthe want die konden het erg goed vinden met de kinderen van John en Rosie. Maar nu zijn we het papiertje, met daarop hun adres en telefoonnummer kwijt. Hopelijk mailen ze ons nog voordat we in Tasmanië aankomen. Tegen het eind van de middag komen we weer in Melbourne aan. We hebben op dezelfde camping, waar we al met de caravan hadden gestaan, nu een huisje (cabin) gehuurd. Morgenochtend om kwart voor zeven worden we opgehaald door een taxi die ons naar het vliegveld brengt. Ik breng de auto nog naar het huis van Paloma en Brandon, daar staat ie veilig voor de komende vier weken. Dat betekent wel een wandeling van ruim anderhalf uur terug door de buitenwijken van Melbourne. We halen de laatste mail nog even binnen op de laptop want dat gaat in Nieuw Zeeland even een tijdje niet meer lukken. We hebben daar voor een maand geen abonnement bij een internetprovider. Mailen lukt daar alleen vanuit internetcafé’s, zal wel even wennen worden. Vrijdag 9 januari. Vroeg wakker gemaakt door drie wekkers, snel even ontbijten en vervolgens met de taxi naar het vliegveld. Ons vliegtuig heeft gelukkig nauwelijks vertraging, we stijgen op om kwart voor tien ’s ochtends. De vlucht duurt 2 uur en 3 kwartier. Maar daar komen ook nog eens 2 tijdzones bij, we landen om half 3 lokale tijd in Auckland. De hele afhandeling van paspoorten, koffers en dergelijke gaat vrij vlot en de bus die ons naar het Maui-depot brengt voor het afhalen van de camper staat al klaar. Daar moeten we inchecken, nog de nodige verzekeringen bijbetalen en na een tijdje kunnen we onze bagage in de camper laden. Het is een zes persoons camper en is ruim zes en een halve meter lang, behoorlijk breed en ruim drie meter hoog. Behoorlijk groot dus. Bovendien is het weer een handgeschakelde versnellingsbak, dat zal dus weer even wennen worden. We waren behoorlijk tevreden met de automatische versnellingsbak van onze Landrover. Bovendien moeten we nu met de linkerhand schakelen en dat gaat dus nog wel een beetje onhandig soms. We besluiten een camping in Auckland op te gaan zoeken, we hebben geen zin in een erg lange rit vandaag. Maar eerst nog even naar de supermarkt voor de nodige boodschappen. In Auckland is het behoorlijk druk en we moeten even zoeken naar de camping. Na wat rondzwerven vinden we die gelukkig. Het is een beetje een kneuterige camping waar iedereen erg dicht op elkaar staat. Op zich geen probleem want we willen hier toch alleen maar de nacht doorbrengen. Nadat we geparkeerd staan moeten we onze bagage nog uitpakken en weer handig in allerlei kastjes zien kwijt te raken. Dat valt nog niet mee, we ontdekken dat we in de caravan veel meer opbergruimte hebben. Tegen half negen ’s avonds is alles klaar, tijd om aan eten te gaan denken. Dat is hier niet zo moeilijk want direct naast de camping staat een Pizzahut. Daar vullen we onze magen en het smaakt nog lekker ook. De kinderen duiken vervolgens in hun nieuwe hoge tweepersoonsbed en wij gaan op ontdekkingstocht door alle nieuwe brochures, kaarten, reisgidsen en andere informatiebronnen. Zaterdag 10 januari. We vertrekken ’s ochtends tegen half elf van de camping in Auckland richting het Noorden. We weten nog niet waar we precies heen rijden, dat bekijken we onderweg wel. Het kost behoorlijk wat tijd om Auckland en buitenwijken uit te komen, het is behoorlijk druk en zo hier en daar een ongelukje. Wat ons direct opvalt is de nogal agressieve rijstijl van de gemiddelde Nieuw Zeelander. Ze voegen in op het laatste moment en houden geen rekening met onervaren camperbestuurders. Nieuw Zeeland ziet er heel anders uit dan Australië, veel groener en bergachtiger. Gelukkig heeft de camper behoorlijk veel vermogen (4,7 liter turbodieselinjectie!!!) en we hobbelen behoorlijk makkelijk de hellingkjes op en af. We merken wel dat het afleggen van veel kilometers hier ook veel meer tijd kost dan in Australië. De dieselprijzen zijn wel erg gunstig, een litertje kost 0,60 NZD, ongeveer 30 eurocent. Halverwege de middag komen we aan in Whangarei, een behoorlijke plaats aan een baai. We zoeken een camping iets ten noorden van Whangarei, met direct ernaast een prachtige waterval. De kinderen springen eerst in het zwembad en testen de grote trampoline. Daarna wandelen we naar de waterval met z’n viertjes. Er is een prachtige wandelroute aangelegd rond de waterval, erg mooi om te zien. Veel groen, hoge bomen en indrukwekkende rotspartijen. ’s Avonds trekken we de conclusie dat we blij zijn in Australië een auto en een caravan te hebben. In een vakantie zoals nu in Nieuw zeeland is een camper wel handig omdat we bijna dagelijks wel een stukje verder trekken. Maar omdat we in Australië regelmatig meerdere dagen op één camping zijn hebben we veel voordeel aan een auto met caravan. Als de caravan eenmaal op z’n plek staat zijn we daarna met de auto veel mobieler. Zondag 11 januari. We besluiten om vandaag geen grote afstand af te leggen. Ons doel is het plaatsje Paihia aan de Bay of Islands. De naam zegt het al, een enorme baai vol met eilandjes. Vlak voor het plaatsje zetten we de camper even op een mooie parkeerplaats aan de baai en ik neem even een duikje in het helder blauwe water. Ondertussen wordt de koffie gezet, kortom het lijkt wel vakantie. Het weer is prachtig en de omgeving indrukwekkend. De Bay of Islands is wel een echte toeristische locatie. Het lijkt een combinatie van de Griekse kust en de Franse Riviera. Het dorpje Paihia rijden we wel door maar het echte bekijken bewaren we voor morgen, vooral de baai ziet er wel fantastisch uit. We rijden 3 kilometer verder en komen aan bij een rivier met een soort meertje en weer een behoorlijke waterval. Aan het meertje liggen drie campings, wij kiezen voor de camping met het grote zwembad en weer een trampoline. De rest van de middag besteden we aan zwemmen, zonnen, trampolinespringen (de kids) en wat lezen. Even een beetje op adem komen na twee drukke dagen met veel nieuwe ervaringen (heb geen medelijden!). Morgen blijven we op dezelfde camping maar gaan we wel een paar leuke uitstapjes doen. Het barst hier in Nieuw Zeeland overigens van de Nederlanders. In Australië hebben we ze niet veel gezien of gehoord maar hier wel. Allemaal in gehuurde campers, net zoals wij, rondreizend over het Noordereiland en het Zuidereiland. |