week18: 10 november t/m 15 november 2003 | geschreven door: René | |
De warmste en de koudste dag… | ||
Maandag 10 november. Onze tweede dag in Albany. Gisteren lagen we nog lekker op het strand, vandaag is het weer wat minder. De ochtend is nog wel aangenaam maar gedurende de middag wordt het steeds kouder. De wind hier in de Zuidwesthoek kan behoorlijk stevig waaien. En dat met een wat koudere luchtstroom maakt het al snel onaangenaam. Albany is op de weerkaart ook het minst warme deel van Zuidwest-Australië. Maar in de hele regio is het verder helemaal in orde, qua weer, dus morgen waarschijnlijk beter. De ochtend besteden we aan het gebruikelijke schoolwerk. Thea gaat daarna een eind wandelen, ik ga even wat krachttraining/oefeningen doen. Dit alles om te voorkomen dat we qua omvang op de gemiddelde Australiër gaan lijken. Te dik zijn is een “hot item” hier. Ongeveer 45% van de bevolking is te zwaar. En dat zie je ook echt, zelden zoveel dikke mensen gezien. En niet alleen de ouderen zijn te dik maar ook de jeugd is te zwaar. De kranten staan wekelijks vol met artikelen over studies naar de oorzaken, mogelijke oplossingen en allerlei tips. Wij denken dat ze teveel eten en drinken en vooral erg weinig bewegen. Australië is weliswaar erg sportminded maar dat betekent hier dat 10% daadwerkelijk sport en de resterende 90% kijkt ernaar, onder het genot van een hapje en drankje. De middag besteden we in de stad. Albany ligt aan een fantastische baai, is een belangrijke havenstad en heeft een leuk centrum. Wat wil je nog meer? Er moeten nieuwe schoenen voor Lisa worden gekocht want die groeit als kool. We hadden drie maand geleden ook al schoenen voor haar gekocht en die passen al niet meer! Zelf is ze er reuze trots op dat ze al zo groot wordt. Datzelfde geldt trouwens voor Mirthe! Ik hang weer een half uurtje rond in een vaag backpackers-hotel met internetgelegenheid om de website te updaten. De laatste weken gaat dat redelijk goed. In vrijwel ieder plaatsje is er wel een internetgelegenheid. Geen snelle verbindingen trouwens, het is hier nog allemaal modemgepruts. Soms met z’n tienen tegelijk op een 56k6 modem! Alleen in de echte grote steden is Fast-internet te vinden. Misschien is het aan de Oostkust beter gesteld met de snelle verbindingen. Behalve het updaten van de website gebruiken we de internetcafé’s ook voor het regelen van de bankzaken. En zo af en toe spieken we al even op de Funda-website om de huizenmarkt een beetje te verkennen. Maar echt concreet doen we dit nog niet, dat komt eind juni wel. Mailen doen we vanuit de caravan mits we niet in de rimboe zitten. In de praktijk komt het er op neer dat er in ieder dorp/plaatsje/stadje, vanaf zo’n 500 inwoners, mobiel gebeld kan worden. Tussen de dorpen/plaatsen/steden valt het bereik meestal weg. Wanneer je dus tijdens de reis tussen twee dorpen zit, en je krijgt autopech, dan heb je niets aan je mobiele telefoon. Gelukkig stopt er dan wel iemand, daar doen ze hier niet moeilijk over. De avonden brengen we door met, spelletjes (vooral Thea en de kids), websiteverhalen schrijven, foto’s archiveren, gemaakte videofragmenten monteren, mail lezen en beantwoorden en vooral veel lezen. Tegenwoordig in het Engels want de meegenomen Nederlandse boeken zijn al lang uit. We hebben geen televisie. Vooraf hadden we wel het plan om er één te kopen maar dat is er tot nu toe niet van gekomen. En we missen het helemaal niet! De kinderen kijken nog wel eens een DVD-tje op de laptop. We hadden er een stuk of 8 meegenomen vanuit Nederland maar ook hier hebben we al wat gekocht. Als je goed zoekt zijn ze er zelfs in het Nederlands. Over goed zoeken gesproken: Thea heeft in de supermarkt in Albany hagelslag, originele Nederlandse appelstroop, speculaasjes en chocoladevlokken weten te vinden. Zo nu en dan hebben we gevulde koek en Edammer kaas is al dagelijkse kost. We voelen ons dus behoorlijk thuis in dit prachtige, wonderlijke land. Dinsdag 11 november. De wolken zijn weer verdwenen en het is een stuk aangenamer dan gisteren. De ochtend brengen we door in en om de caravan met de gebruikelijke bezigheden. Thea maakt weer een flinke wandeling. Voor de middag staat een rondrit langs de kust en een bezoek aan het plaatselijke museum over de walvisjacht op het programma. Er loopt een mooie kustroute langs Albany met fantastische uitzichten over de baai. De route gaat door ten Westen van Albany en komt dan uit bij een aantal mooie plekken. We bekijken er twee die vlak naast elkaar te bewonderen zijn. De eerste heet Nature Bridge, een soort boogbrug van rotsen over een inham in de kust. Je ziet het water er met veel opspattende golven onderdoor klotsen. Zoveel oceaangeweld ziet er altijd heel indrukwekkend uit. De tweede attractie heet The Gap. Een kloof in de rotsen waar het water in stroomt, ook hier weer met veel geweld. De wind waait hier behoorlijk hard en we moeten echt opletten om niet weggeblazen te worden. We leggen deze mooie plekken weer vast met onze camera om er later op terug te kunnen kijken en daarna rijden we verder. Het walvismuseum ligt zo ongeveer om de hoek en is gehuisvest in de voormalige walvis verwerkingsfabriek. In 1978 is deze fabriek gesloten. Dit omdat het steeds moeilijker werd om er wat aan te verdienen. Dankzij allerlei actiegroepen is er in die periode wereldwijde aandacht aan de walvisvangst geschonken. Met als gevolg dat bepaalde soorten niet meer mochten worden afgeschoten. Vervolgens sloot de ene na de andere fabriek, ook deze in Albany. Een aantal jaren later is er een museum van gemaakt. En het was reuze interessant. Allerlei authentieke onderdelen van de fabriek waren nog te bewonderen. Inclusief een origineel walvisschip dat ze naast de fabriek op het strand hadden neergezet. En we mochten dus echt het schip op. De meisjes waren vooral geïnteresseerd in de slaapkamertjes van de bemanning. Ook de machinekamer, de stuurhut en de harpoenen kon je goed bekijken en gewoon aanraken. Daarna nog een rondleiding aan wal langs de stookketels, de andere machines, de plek waar de walvissen in stukken werden gesneden (veel duidelijke foto’s), de skelettenruimte en een 3D-film in een voormalige walvisolietank. Kortom, het was een beetje bloederig maar erg leerzaam en indrukwekkend! Op de camping was een prachtige barbecuegelegenheid gebouwd. Helemaal beschut en prachtig ingericht stonden drie reuze barbecues. Eén druk op de knop en ze branden. Op vrijwel iedere camping zijn ze te vinden maar hier hadden ze er een prachtig afgeschermd geheel van gemaakt. Dus geen last van de wind en we hebben heerlijk gebarbecued (Mirthe natuurlijk vegetarisch). Morgen gaan we weer een eindje verder reizen. Het doel is Esperance, onze laatste bestemming in de Zuidwesthoek van Australië. Daarna steken we weer de Nullarbor (1200 km niets) over om in Zuid-Australië de draad weer op te pakken. We weten nog niet of we in één ruk naar Esperance rijden, het is ongeveer 490 kilometer rijden. Misschien maken we een tussenstopje voor één nacht. We laten het afhangen van onze reisstemming van morgen. Woensdag 12 november. Het was een beetje een vreemde dag vandaag. Het begon al toen we wakker werden. Het was warm, echt warm. Dus buiten, in de schaduw, ons ontbijtje naar binnen gewerkt en vervolgens de boel opgebroken. Het duurde even voordat we op de weg naar Esperance zaten, de buitenwijken van Albany waren toch nog wat groter dan gedacht. De weg liep vlak langs de kust, prachtige uitzichten, een mooie route dus. Voor ons reed al een tijdje een vrachtwagen eigenlijk net iets langzamer dan wij prettig vonden. Gelukkig sloeg de vrachtwagen plotseling af, wij reden door. Vijftien minuten later stonden we plotseling aan het eind van een doodlopende weg, bij een prachtig strand. Nu was het zeker niet de bedoeling om vandaag aan het strand te gaan liggen, ten minste niet op deze plek, dus de hele boel de andere kant opgestuurd en op zoek naar het weggetje waar de vrachtwagen ook in was gereden. We dachten het gevonden te hebben, er stond zelfs een bordje bij richting de goede Highway. Maar deze afslag veranderde na een kilometer of twee in een gravelweg. Voor de auto geen probleem maar de caravan is er niet echt op gebouwd. Toch maar doorgereden, voorzichtig natuurlijk, en na een kilometer of acht kwamen we uit op de Highway. Ondertussen was buiten nog warmer geworden, de airco van de auto draaide op volle toeren. Tegen een uur of twee kwamen we aan in het dorpje Ravensthorpe. Hier konden we overnachten in het plaatselijke caravanpark om de volgende dag de resterende 190 kilometer naar Esperance af te maken. We wisten al dat het caravanpark geen zwembad had, maar daar aangekomen bleek het verder ook niet veel bijzonders te zijn. Bovendien was het ondertussen een graad of 37 Celsius, de meest koele plek was in de auto. Dus even snel familieberaad gehouden en vervolgens, na ieders goedkeuring, toch maar doorgereden naar Esperance, nog eens ruim twee uur in de auto. Tegen half vijf reden we uiteindelijk Esperance binnen. Een rit van 510 kilometer, goed voor zes en een half uur rijden en nog twee stops. Eigenlijk meer dan dat we prettig vinden. We hadden al een camping op het oog, van te voren uitgezocht uit één van de vele campinggidsen. Daar aangekomen bleek de speeltuin aan de eisen van de kinderen te voldoen, het uitzicht op de zee was ook dik in orde en het lag op slechts 2 kilometer van het centrum van Esperance. Kortom een prima plek, zelfs het zeebriesje was aangenaam. We hebben voor 4 nachten geboekt en verheugen ons op lekker strandweer de komende dagen. Donderdag 13 november. Iets na achten wakker geworden en een ontbijt in elkaar geknutseld. Het was al snikheet. Later bleek dat de temperatuur om negen uur ’s ochtends al 35 graden Celsius was, iets teveel van het goede. Dus rond het middaguur maar een strand opgezocht. En wat voor een strand. Je kent waarschijnlijk de Bounty reclames nog wel? Nou zo’n strand was het. Hagelwit zand, turkoois blauwe zee, mooi achterland met veel groen en prachtige eilanden voor de kust. Alleen de Bounty’s ontbraken nog. De temperatuur was ondertussen opgelopen naar 39 graden Celsius. En dan op een hele vreemde manier, er stond een harde, hete wind. Alsof er een ventilator warme lucht naar je toe stond te blazen. Veel in het water dus. Maar het water was wel erg fris (graadje of 16), dus veel korte afkoelduiken. Na een uurtje of twee zagen we de onweersbuien in de verte aan komen drijven. En er kwam nog iets aan, duizenden vliegen! Van het ene op het andere moment had iedereen last van de vliegen. Niet een stuk of twee, drie per persoon maar tientallen. De Australische vliegen laten zich ook niet wegjagen dus we werden er helemaal gestoord van. Omdat het ook donker begon te worden van de onweersbuien besloten we maar snel in te pakken en weg te wezen. Nog een kleine rondrit gemaakt, in de auto waren geen vliegen en was het heerlijk koel. Op de camping aangekomen begon de temperatuur wat te dalen gelukkig. Ik ben nog even naar het strand voor de camping gewandeld en zag daar zo maar weer wat dolfijnen zwemmen in de baai. Blijft een bijzonder gezicht. De onweersbuien, met een drupje regen, zorgden voor een aangenamere temperatuur en de vliegen hielden het ook voor gezien. Dit is geen “normaal” Australische weer voor deze tijd. Ook in de krant werd er aandacht aan geschonken. Gelukkig is het morgen wel weer normaal Australisch weer, een graad of 24. Vrijdag 14 november. Vandaag geen echt spectaculaire dag. Het enige spectaculaire was misschien de temperatuurdaling. Gisteren bijna 40 graden, vandaag krap 20. Wel zo lekker eigenlijk, hoewel het later op de dag ook nog wat begon te miezeren. Zaterdag 15 november. ’s Middags zijn we toch nog maar even naar het National Park gereden. En inderdaad de stranden waren prachtig. Zelfs met bewolkt en guur weer zag het er fantastisch uit. We hadden er graag wat meer tijd doorgebracht op onze strandmatjes. Maar die tijd komt wel weer. Vanaf morgen zitten we weer vier dagen in de “middle of nowhere”. We reizen van West-Australië naar het midden van Zuid-Australië. Het is een route van ruim 1500 kilometer zonder dorpje of stadje. Alleen zo hier en daar een roadhouse met primitieve campingmogelijkheden. Ook 4 dagen geen mobiel bereik, dus geen mail en geen telefoontjes. Wel een beetje lastig want Thea’s zus en zwager staan op het punt moeder en vader te worden. Gelukkig kunnen we wel zelf bellen vanaf de roadhouses, dat gaan we iedere avond even doen. |