6 augustus t/m 15 augustus, geschreven door Thea
Het lijkt wel vakantie!
De volgende donderdag staat Hydra op het programma dus. Om het vakantiegevoel zo lang mogelijk vast te houden, noemen we op verzoek van Joyce elke dag donderdag. Om dit consequent vol te houden blijkt nog een hele klus, maar niets is ons te gek om het onze opstappers zo aangenaam mogelijk te maken. Het is het dorpje op het gelijknamige eiland dat wereldberoemd is in deze omgeving. Er zijn in het dorpje geen auto’s, behalve van wat hulpverleners, blijkt later. Vrijwel alle goederen en menschen worden per ezel vervoerd. Dit geeft een apart gevoel en ook een aparte reuk overigens, bovendien is het dorpje werkelijk prachtig op een bergje gedrapeerd. Ook zijn er vanaf het water al oude muren en oude gebouwen te bewonderen. Voordat we bij Hydra aankomen ankeren we nog in een baai met een voormalig klooster, we moeten wel aan onze rust komen natuurlijk. Aan de huidige uitstraling te zien wordt er niet echt sober meer geleefd in dit gebouw tegenwoordig, maar goed, gezien de ligging snappen wij wel dat er een meer toeristisch en ook meer up-class bestemming is gevonden voor dit gebouw.
Bij het aanvaren van Hydra verbazen René en ik ons over de weinige ligplaatsen die de haven voor passanten ter beschikking heeft. Het lijken er nog weer minder dan 5 jaar geleden. Ik denk dat er al met al nog geen 15 toeristen liggen. Verder zijn het taxi-bootjes, al dan niet verlaten vissersboten en er liggen ook een paar vieze grote oude vrachtboten. Wij snappen werkelijk niet dat Hydra er niet voor zorgt dat de haven van dit prachtige plaatsje, letterlijk het centrum van Hydra, er net zo uitziet als de rest van het dorp. Maar goed, misschien is dat juist ook wel onderdeel van de charme. We zijn expres erg vroeg, omdat je anders zeker weet dat de haven vol is. En we vinden zowaar een stek aan de kade waar de terrasjes zijn. Omdat het nog zo vroeg is, en dus ook nog erg warm, besluiten we naar een zwemplek te gaan. Ik noem het bewust geen strand, want dat is het niet. Bij Hydra is geen strand en dus hebben ze besloten een aantal rotsen zo ‘in te richten’ dat je daar je handdoek op kunt leggen en dat doen dan ook veel mensen waaronder een hoog percentage jeugd. En verder hebben ze meerdere zwemtrappen aangelegd. De keren dat ik hiervoor op Hydra geweest ben riep ik altijd dat ik nog eens naar die rotsen wilde, wel vandaag is het dan eindelijk zover. Fred en René liggen binnen no time in het water, 200 meter verder in zee ligt een groot cruiseschip, het is een prachtig plaatje zo. Fred lijkt het wel wat weer wat jong(er) te zijn, hij ziet de jeugd van een rots in zee springen en besluit ook een ‘bommetje’ te doen vanaf een voor ons toch wel aanzienlijke hoogte. De jeugd kijkt wel een beetje meewarig, wij vinden het een stoere actie van onze Fred!
We genieten allemaal van de sfeer van Hydra, het is toch echt wel een bijzondere plek. Jazeker, er zijn ook andere mooie plaatsjes in dit gebied, maar je moet toch echt ook in Hydra geweest zijn. Fred meldt later ook nog dat hij het meest van Hydra heeft genoten, we hoeven niet erg door te vragen als hij aangeeft dat dit ook met de flanerende dames te maken had. Over het waarom dit bijzonderder was dan in andere plaatsen kan ik niet teveel uitweiden, laten we zeggen dat de dames in een aantal gevallen minder kledingstukken aanhadden dan tegenwoordig gebruikelijk is.
De volgende donderdag gaan we door naar Spetses, nog zo’n plek waar wij goede herinneringen aan hebben. En wonder oh wonder, we hebben weer een goede zeildag. De motor hoeft bijna niet aan. Schipper René moppert af en toe nog wat als de wind niet constant genoeg is, maar al met al zeilen we weer een groot deel van de route. Vandaag zetten we er ook de muziek bij aan, en we laten elkaar onze favoriete nummers horen. Joyce zingt af en toe lekker mee, we genieten allemaal volop en de tijd vliegt voorbij. Spetses heeft officieel wel een haven, maar daar kun je eigenlijk bijna niet terecht. Met een beetje mazzel kunnen er in de hele haven, en geloof me die is niet eens heel klein, een 5-tal bezoekende schepen terecht. De rest is volledig door lokale boten in beslag genomen. In Spetses is het dan ook heel gebruikelijk dat je voor anker gaat, met je kont naar het stadje en met lange lijnen naar een van de ijzeren palen die men daar in de rotsen heeft geslagen. Dit doen dus bijna alle bezoekende boten, zodat je aan het eind van de middag op een rijtje ‘afgemeerd’ ligt en er een prachtig lijnenspel van de landvasten is ontstaan. Met 2 man zou zoiets weer een lastige klus worden, dus wij zijn blij opstappers aan boord te hebben, zodat de lijnen naar wal gebracht kunnen worden. Er staat een behoorlijke zijwind. René en ik overleggen, en besluiten dat het naar wal brengen van de lijnen in dit geval het best met de dinghy kan gebeuren. Op het moment dat de eerste lijn dan ‘vast’ om de ijzeren paal ligt, gooien wij het anker uit en varen achteruit naar de dinghy, die dan met lijn en al richting ons roeit, zodat we elkaar ‘in het midden’ tegenkomen. De dinghy wordt in het water gelegd, de roeispanen erin en Fred en Joyce zijn op weg naar de wal. Althans, dat zou de bedoeling zijn. Joyce roeit en roeit, en vaart ons bijna de andere kant op voorbij. Oei, zeggen wij tegen elkaar aan boord, misschien hebben we deze opdracht een beetje onderschat. Uiteindelijk neemt Fred, na een kleine hint van René, de roeispanen over, en als wij 3x een rondje hebben gevaren, komt dan toch de aan de ijzeren paal bevestigde lijn onze kant op. Ik betreur het achteraf zeer dat deze actie niet integraal (als in bewegende beelden) is opgenomen, maar tegelijk kan worden gesteld dat de relatie van Fred en Joyce nog steeds top is! Deze beproeving is met vlag en wimpel doorstaan.
Als we dan eindelijk liggen hebben we het weer meer dan uitstekend naar onze zin. We kijken naar alle andere boten die ook op deze manier aanleggen, de een net iets succesvoller dan de ander, en we plonsen heerlijk in het heldere water. Lekker hoor, zo vanaf je eigen boot de verkoeling zoeken. ’s Avonds gaan we met de dinghy aan wal, ook dit blijft altijd een leuke ervaring, en leuk dan ook in de zin dat er altijd wel wat te lachen valt met de dinghy op pad. Na een goede nachtrust, alleen de kaptein geeft deze nacht geen dikke voldoende, gaan we richting de laatste stop met onze opstappers. René is zo genereus nog even de dinghy te pakken en een brood te gaan halen, de rest van de bemanning zou genoegen hebben genomen met het rantsoen scheepsbeschuit, maar voor de kaptein is geen moeite te veel de bemanning gemotiveerd te houden. Wij zijn hem dankbaar, en beloven hem de rest van de dag van alle drankjes en hapjes te voorzien.
Op naar Poros. We dachten ook vandaag misschien te kunnen zeilen, dat zou wel heel uniek geweest zijn, dat zou namelijk betekenen dat we alle dagen met Fred en Joyce de zeilen gehesen zouden hebben, en niet alleen hijsen voor de vorm, maar ook echt zeilen overigens. De beloofde wind is in de ochtend echter niet te vinden, we vertrekken met een zee als een spiegel en vrijwel zonder een zuchtje wind. Maar dat blijft niet zo, al na ongeveer anderhalf uur is er toch een serieuze bries opgestoken. En huppakee, daar gaan de zeilen omhoog. De wind is weliswaar wispelturig, zowel in kracht als in richting, maar we zeilen weldegelijk een flink stuk tot aan de ankerplaats. Fred is ondertussen dermate verwend, dat hij vindt dat we dit geen echte zeildag mogen noemen, we hebben niet de hele dag kunnen zeilen namelijk. Wij zijn het hier niet mee eens hoor, 5 dagen achter elkaar kunnen zeilen is behoorlijk bijzonder, wij moeten erg ver in ons zeilgeheugen graven om een evenaring te kunnen vinden.
Vlak voor we af moeten buigen naar Poros, gooien we het anker nog even uit voor een duikje en een lekkere lunch. Ik moet zeggen, dat verveelt nooit. Eind van de middag bereiken we Poros, en dan is toch echt de donderdag voorbij. We waren al in Poros geweest, maar onderweg hebben we mogelijke routes en plaatsen met de opstappers doorgenomen, en door ze nu hier op de veerboot naar Athene te zetten, konden we met hen Spetses bereiken, zo ver het gebied in was anders bijna niet mogelijk geweest. Overigens is Poros geen straf om te zijn hoor. Het is een heerlijk vakantie eiland met een prima sfeer en alles bij de hand, ook wel lekker. We vinden weer een prima plekje aan het gedeelte met de houten steiger. Onze laatste avond alweer. Tjee, wat gaat dat toch elke keer weer snel! Ik weet nog zo dat Lisa en Mirthe van boord gingen, en nu onze volgende gasten alweer.
We gaan nog even gezellig uit eten en kruipen dan de laatste keer in deze bemanning samenstelling in onze kooien. De volgende ochtend het galgenontbijt. Maar in dit geval volgt hierna een veel minder dramatische gebeurtenis. Het is een afscheid, maar eentje die maar een paar maand duurt, dus best te overzien. En we eindigen zoals we begonnen, op een terrasje met het uitzicht op de aanlegplaats van de Flying Dolphin, de snelle veerboot richting Athene waar een plaatsje op is geboekt. Wij zwaaien de armen uit onze lijven en lezen later in een WhatsApp-je dat Fred en Joyce ons niet hebben kunnen zien, ze zitten namelijk in een geblindeerd deel van de boot! Ik wist niet dat dat bestond, gelukkig voor hen was het maar een uurtje.
Die dag lopen we toch wat verloren rond. Dat is elke keer zo als er mensen van boord gaan. Het voelt ineens zo leeg. Ja hoor, we hebben het grootste deel van de trip met ons tweetjes doorgebracht, en dat is prima verlopen, maar toch is het anders als je weer afscheid neemt van mensen die je lief zijn. En dat is met al onze gasten tot nu toe nog zo geweest. Iedere keer hebben we weer even nodig onze eigen draai te vinden. Zeker, we weten dat we die weer gaan vinden, daar twijfelen we niet aan, maar tot nu toe hebben we nog niet een keer met een zucht van opluchting van gasten afscheid genomen. Elke keer was het alweer voorbij voor we er erg in hadden. Bij Fred en Joyce hadden we de lat al hoog gelegd door aan te geven dat alle bezoek tot dan toe meer dan geslaagd was, moet je voorstellen hoe dat volgende week met Bea en Hijme is, als we Fred en Joyce ook toe kunnen voegen aan de superbezoeken 😉
We komen de dag toch gewoon door. Wat boodschappen, de was (laten) doen, een strandje opzoeken, beetje schoonmaken en in een fijn boek op de E-reader beginnen. Aan het eind van de dag is bij mij de knoop in mijn buik al flink afgenomen. En dan komen we voor het volgende ‘dilemma’. En lezer, houdt uzelf goed vast, hier volgt een enorm dilemma. Onze volgende opstappers komen over een week aan. We wilden ze in Poros oppikken. Als eerder gezegd, wij vinden Poros een lekkere plaats en zijn hier graag en het is een mooi beginpunt om verder het gebied in te gaan. Leuke anekdote is overigens wel dat 5 jaar geleden toen we hier 2 weken rondvoeren met 2 verschillende bemanning samenstellingen, een van de puzzelmogelijkheden voor op- en afstappen van die bemanningsleden leidde tot 3x aanleggen in Poros en ik dat categorisch, en dan bedoel ik ook echt categorisch, heb geweigerd. In mijn verdediging wil ik hierbij zeggen dat dat wel 3x op 13 nachten geweest zou zijn. Een heel ander aantal dan waar we nu over spreken natuurlijk.
Afijn, op naar het dilemma. Wij zijn ondertussen al een kleine 4 weken vrijwel elke dag ’on the move’. En nee, dat is natuurlijk helemaal geen drama en we hebben waanzinnig veel mooie dingen gezien, maar we waren eigenlijk wel toe aan een paar dagen even helemaal niets. Niets, dus. Nou, dat kan geen groot probleem zijn, toch? Dat klopt ook wel, behalve als je ook het weerbericht meeneemt in het plaatje. De eerste dagen is het namelijk nog gewoon heerlijk Grieks zomerweer, maar daarna komen er een aantal dagen met harde tot zeer harde wind. Tja, dat betekent dus nu toch een paar dagen ‘doorvaren’ en dan een veilige haven zoeken, of ‘gewoon’ en hele week hier blijven liggen. Dat is dus het niveau van onze dilemma’s op dit moment. Dat hebben we deze hele zeilsabbatical nog niet gedaan, een hele week ergens liggen. Natuurlijk, het weer kan in de loop van de week meevallen, maar misschien ook niet. Hoe dan ook, we besluiten in ieder geval de volgende dag niet door te varen, nu even een soort rustmomentje nemen (ok, ok, dat klinkt wat raar voor mensen op een sabbatical). Het is ook wel eens lekker, je kent hier de omgeving al redelijk, weet waar je moet zijn voor je boodschappen (30 meter recht achter ons schip J), kent de weg naar het strand, en dat soort dingen. We hobbelen de volgende dag dus rustigjes door. Aan het eind van de dag, contemplerend achter in onze kuip, besluiten we lekker deze week hier te blijven. We nemen een week vakantie! J
Dit verkort de input voor dit verhaal uiteraard enorm. Maar, denk niet dat er helemaal niets gebeurt in onze Poros-break. Hoe een vakantieweek verloopt, is vast wel voor te stellen. We zijn de meeste middagen even lekker naar een strandje met ligbedjes en een parasol gelopen, doen wat klusjes in de ochtend, staan lekker laat op, verkennen alle straatjes van het dorpje nog wat beter, nou dat soort dingen. Maar de noemsenswaardige zaken gebeuren dan toch de dagen dat het ook daadwerkelijk hard gaat waaien, want dat gaat het wel degelijk. De eerste dagen is het dus rustig zomerweer, maar dan komt op zaterdag toch serieuze wind opzetten. Wij liggen prima, en dat kun je dus eigenlijk pas echt zeggen nadat het al even flink heeft gewaaid, je moet namelijk wel zeker zijn dat je anker zich goed heeft ingegraven, dus dat is fijn. Maar om je heen gebeurt er van alles. Niet iedereen is namelijk van plan om te blijven liggen, er gaan en er komen ‘gewoon’ schepen, terwijl het wel windkracht 5 en meer is. In mijn vorige blog had ik het over ‘Das Hafen Kino’, maar nu is het The Ultimate versie, of hoe dat ook in het Duits mag heten.
Wijzelf doen ook onze eerste ‘kras’ op op onze boot. Niet door onszelf, maar door een vieze oude grote motorboot. Ik neem aan dat uit voorgaande zin geen enkele rancune doorsijpelt. Onze buren gaan wel weg, en op zich kan dat ook prima, maar dan komt er een eigenlijk te brede motorboot die ook nog eens lomp inparkeert. Hij heeft zijn dinghy met motortje achterop hangen, en het blad van dat motortje maakt een kras op onze boot. De buurvrouw roept (ja echt roept) tot 3x toe naar René: ‘We didn’t touch you’, maar dat is dus wel zo. Als René de kras aan de buurman laat zien, haalt die zijn schouders op en zegt: ‘What can I do’ en gaat verder met waar hij mee bezig was, tja….. malle Grieken. Verder is het dus regelmatig chaos in de haven. Het aantal keren dat er ankerfights zijn, nou ja, niet echt ‘fights’ natuurlijk, maar dat ankers en ankerlijnen over elkaar liggen, de ene boot met zijn anker de lijn van de andere boot naar boven haalt en dat soort dingen, die keren zijn met deze harde wind haast niet te tellen. Bij rustig weer is zo’n ankerfight ook bijna altijd met een paar minuten gefikst, maar als het zo hard waait is het een stuk lastiger. Dan waait de boot van zijn plek, sleurt de ankerketting van iemand anders een eind mee, etc. Afijn, deze dagen met harde wind zijn wij erg blij dat we hier veilig, althans relatief veilig, liggen.
Als het dan maandag is, en we al een week in Poros liggen, concluderen we dat deze week ook als een speer voorbij is gegaan. Het maakt niet zo heel veel uit of we nu van plaats naar plaats varen, of wat langer op een plek liggen, de tijd gaat toch wel snel. En als eerder gezegd, Poros bevalt ons helemaal prima. Morgenochtend komt mijn zus met haar man. We hebben er heel veel zin in. En, oh ja, we zijn bang dat deze 10 dagen ook veel te snel voorbij gaan.