27 juli t/m 5 augustus, geschreven door René
Afscheid van de Kids, het kanaal van Korinthe en nieuwe gasten.
Vanuit het superleuke Kalamos varen we eigenlijk het Ionische Zee gebied uit richting een dorpje Astakos. Dat is de eerste tussenhalte op een langere tocht door de Golf van Patras, de golf van Korinthe en uiteindelijk het kanaal van Korinthe. Deze tocht brengt ons dan begin augustus in het zeilgebied onder Athene, de Argolische- en Saronische Golf. Daar gaan we avonturen beleven met weer andere opstappers, maar daarover later meer. Op dit moment hebben we Lisa en Mirthe nog aan boord en samen met deze twee superzeilsters maken we de tocht naar Astakos. De tocht verloopt super rustig, weer veel op de motor want de wind laat het wat afweten. Tegelijkertijd zijn we veel toeristengeweld kwijt want deze bestemming ligt buiten de standaard toeristische routes. Even geen huurboten en geen drukte in de haven want er zijn geen flottieljes.
De tocht naar Astakos onderbreken we voor een zwempauze in een beschutte baai. Wij zijn daar de enige zeilboot. Op wat kampeerders op het strand en een enkele visser na is er verder helemaal niemand. Dat is wel even wennen en tegelijkertijd ook wel oké. Vanuit de zwembaai lichten we na een uurtje afkoelen en relaxen het anker en hijsen de zeilen, eindelijk weer even wind. In recordtempo denderen we onder vol zeil naar Astakos. De motor had ons er niet sneller kunnen brengen.
Astakos is zo’n plaatsje waar vooral de Grieken vakantie vieren. Een mooie kade met een tiental buitenlandse schepen maar verder zijn het in het dorpje allemaal Grieken. De straat aan de kade is tegelijkertijd een wandel- en flanneer boulevard en dat doen Grieken erg graag en tot erg laat. De ligplaats in Astakos is weer volledig gratis. We worden vriendelijk geholpen door een lokale restauranthouder die ons ook nog even wijst op het gratis water uit de kraan en elektriciteit op de kade. Natuurlijk doet hij ook de nodige moeite om goede vrienden met ons te worden zodat we ’s avonds bij hem op het terras wat komen eten. Deze truc werkt meestal bijzonder goed en ook in dit geval schuiven we voor het avondeten aan op zijn terras.
We hebben een prima nacht in Astakos, ook de gasten zijn steeds beter gewend aan de nog warme temperaturen in de nacht. Pas tegen een uur of 4 a 5 in de ochtend schuift deze onder de 25 graden. Rustig blijven liggen is het advies. Omdat de volgende halte toch ook weer stevig lang is vertrekken we redelijk vroeg. Rond half tien zijn de boodschappen al weer gehaald en gooien we de lijnen los. Ook in dit geval weer veel op de motor. Tot nu toe is het qua golfslag erg rustig in de Golf van Patras, daar zijn we blij mee, maar de wind had beter gekund. Vijftien liter diesel, 6 uur later en 30 nautical miles verder komen we aan in Missalonghi. Een soort van deltagebied in het Noorden van de Golf van Patras. Niet bepaald een gebied wat je in Griekenland zou verwachten, het is een kruising tussen het Waddengebied en het kustgebied rond Beziers in Zuid-Frankrijk. Er is sprake van ondiep water en om in Missalonghi te komen moeten we 3 nm door een gebaggerde geul. Langs de geul staan allemaal kleine huisjes op palen die oorspronkelijk door vissers gebruikt werden. Nu zijn ze ingenomen door toeristen die er vissen en zwemmen.
Het is een uniek gebied om doorheen te varen en we verbazen ons over wat we zien. De haven is op zich prima maar heeft het net niet. En het plaatsje zelf is net te ver lopen. Gelukkig is er wel een fatsoenlijke toiletgelegenheid dus lekker douchen is voor iedereen fijn. Grappig hoe zoiets basaals als douchen toch plotseling belangrijk kan worden als de gelegenheid er even niet is. Daarnaast is er een ruimte met wasmachines en drogers, onze vuile was is dus ook weer eens aan de buurt. We blijven gedurende de avond aan boord en vermaken ons de avond met het altijd “gezellige” Yathzee en de nodige sterke verhalen en flauwe grappen.
Op vrijdagochtend vertrekken we richting Patras aan de overkant van de Golf van Patras. Via het al eerder genoemde gebaggerde kanaal bereiken we al snel diep water, zo rond de honderd meter of meer. Er staat dit keer ook een prima windje van achteren en met een mooie snelheid van gemiddeld 5 knopen ( ruim 9 km/u) die aan het eind wat minder wordt zeilen we richting Patras. Een hele tocht kunnen zeilen is tijdens ons verblijf in de Ionische Zee niet meer voorgekomen. Dit hadden we, en zeker Lisa, echt weer even nodig. De stad Patras is de derde stad van Griekenland en heeft zo’n 200.000 inwoners. Het is een universiteitsstad en kent veel jongere bewoners. Dat is in het centrum en langs de kade goed te merken want het barst er van de hippe barretjes en gelijksoortige gelegenheden. De haven is op zich redelijk goed maar er loopt zo af en toe een wat vervelende deining (swell) naar binnen die vooral in de nacht soms hinderlijk is. En ander nadeel van de haven is de aanwezigheid van de al eerder genoemde hippe drinkgelegenheden, overdag prima maar tot een uur of 3 in de nacht soms erg luidruchtig. Met name de eerste nacht was de beat soms niet te harden.
We blijven twee nachten in deze haven en op zondagochtend zetten we dan Lisa en Mirthe op een snelbus naar Athene. Zij hebben daar voor zondagnacht een hotel geboekt en kunnen dus zondagmiddag- en avond nog even van Athene genieten. Op maandagochtend vertrekken ze dan met Transavia naar Schiphol. Voor het zover is hebben we nog een heerlijke vrijdagavond in het centrum van Patras. De dames, ook Thea, hebben vooral oog voor de laatste Griekse koopjes in de winkels met de bekende merken. Ik krijg gelukkig toestemming om me op een terras te installeren, dat is beter voor iedereen. Na de aankopen schuiven we aan bij een pizzaketen en vullen de magen. Gelukkig is de wandeling terug naar de haven lang genoeg om de stofwisseling goed op gang te brengen.
Patras is geen echte toeristenstad, het is meer een verbindingshub. Het heeft een redelijk grote industriële haven, er vertrekken veerboten naar allerlei bestemmingen, er is een goede busverbinding, een treinverbinding en een vliegveld. Je kan er dus alle kanten mee op, maar verder is het een stad met vooral veel Grieken. Het centrum is redelijk sfeervol maar buiten het centrum zie je de moeilijke tijd die ze hebben ook terug in het straatbeeld. Veel lege winkelpanden, half afgebouwde huizen, leegstand en heel veel, en dan bedoel ik ook heel veel, graffiti. Op vrijwel ieder pand staan boze leuzen. Voor ons niet te lezen, ondanks de aanwezigheid van een dochter (Mirthe) die Grieks heeft gehad op het Gymnasium. Maar de boosheid die het uitstraalt is duidelijk. Gelukkig zijn de Grieken die we ontmoeten, waar dan ook, over het algemeen super vriendelijk en behulpzaam. Ze doen erg hun best om er wat van te maken.
Op zaterdagochtend ontdekt Thea bij het naar buiten stappen uit de kajuit plotseling een jonge Griek die in de kuip was gestapt vanaf de steiger. Ze schrikt en vraagt wat hij daar doet. Met een smoes over vissen kijken verdwijnt hij ook weer snel. Wat waren zijn bedoelingen, waarschijnlijk dacht hij dat er niemand aan boord was. Het zal wel bij de nadelen van een grote stad horen, we hebben nog niet eerder een onveilig gevoel gehad.
We besluiten dat de beste invulling voor de zaterdagmiddag een bezoek aan een strandje is. Het op loopafstand gelegen stadsstrand is ons afgeraden door de havenmeester, het water zou er niet schoon zijn. We besluiten met een taxi naar een 10 km verderop gelegen strand te gaan, daar is het wel heel schoon. Heerlijk rustig middagje gehad op deze manier. Met z’n viertjes ook vier ligbedjes met bijbehorende parasol georganiseerd. Dat is niet heel kostbaar in Griekenland, je moet alleen een drankje bestellen. Met het uitzicht over de Golf van Patras, veel zon, heerlijk warm zwemwater en zo nu en dan een drankje vliegt de middag voorbij en uiteindelijk brengt een taxi ons weer naar Patras Marina.
De laatste avond met z’n viertjes. Hoe snel gaan 11 dagen voorbij. Ik zie ze nog zo in Preveza uit de taxi stappen in een totaal andere omgeving en nu zijn we 11 dagen later in Patras en is de RTLM reünie alweer voorbij. De volgende dag zwaaien we ze uit bij de al eerder genoemde snelbus naar Athene. Het was een heerlijke periode. Lisa en Mirthe duiken weer in hun eigen leven en wij gaan verder met onze reis. Gelukkig maakt het contact via het internet ook dit soort afstanden relatief kort.
Van Patras aan de zuidkant van de Golf van Patras en Korinthe steken we schuin over naar de overkant van de Golf. Om daar te komen moeten we eerst onder een enorme brug door die de beide kanten van de Golf met elkaar verbindt. Het is de bedoeling dat je eerst marifooncontact maakt met de verkeersleiding om toestemming tot doorvaart te vragen. Bovendien krijg je te horen tussen welke pijlers je moet passeren. Onze opdracht was om 3 pylons (pijlers) aan de linkerkant te houden en 1 pylon aan de rechterkant. Daarbij varen we vlak langs het strandje waar we de dag daarvoor nog heerlijk hebben doorgebracht. Omdat de brug is gebouwd op het smalste deel van de Golf van Korinthe staat er daar altijd veel wind en ook veel stroming. We voeren weg vrijwel zonder wind maar in de buurt van de brug neemt het toe tot een knoop op 17. Tegenwind natuurlijk. Maar na een tijdje varen neemt deze vanzelf weer af en motoren we verder naar een klein eilandje Trizonia wat aan de Noordkant van de Golf van Korinthe ligt. Deze plek was ons aangeraden door mede-zeilers onderweg.
We naderen het eilandje vanuit het Zuidwesten en moeten er omheen varen om via een baai toegang te krijgen tot een haven. Al bij het eromheen varen zien we dat dit een gave plek is. We zien een piepklein dorpje met de nodige drukte, allemaal bezoekers van het vaste land. Die gaan met kleine veerbootjes van het vaste land naar Trizonia om daar te zwemmen en op het terras te zitten. Bij het binnenlopen van de baai waar ook de haven moet zijn zien we nog veel meer natuurschoon. Een prachtige ligging en super beschut. Van de haven hebben we vooraf maar weinig informatie maar deze blijkt redelijk groot te zijn. Maar wel met een bijzonderheid, de haven is wel aangelegd maar nooit geëxploiteerd. Het is een soort vrijstaat in een prachtige omgeving. Er liggen veel boten die er waarschijnlijk al heel erg lang liggen en midden in de haven ligt een gezonken tweemaster die er ook al jaren op de bodem doorbrengt. Zelfs op Google Maps kan je het gezonken schip terugvinden.
Er zijn ook veel zeil- en motorboten die op doorreis zijn en een groot deel daarvan brengt meerdere dagen door op Trizonia. Het is zo’n plek waar je je direct thuis voelt. Na het aanleggen van de Sailabout besluiten we om maar gelijk het eiland te gaan verkennen, althans een deel van het eiland. Via een prachtige wandeling langs de Noordkant komen we uiteindelijk terecht op een heerlijk terras in het dorpje met uitzicht over vakantievierende Grieken en het dorpje aan de overkant. Daar doen we ons tegoed aan een koel biertje en ademen we de fijne atmosfeer in. Eigenlijk is Trizonia zo’n plek waar je langer zou willen blijven. Echter ons tijdsschema is op dit moment redelijk strak. ’s Avonds kopen we nog een lesje lokale likeur van twee dames die zelfgemaakte spulletjes verkopen in de haven om daarmee het onderhoud van de haven te kunnen betalen. Erg idealistisch, wellicht onhaalbaar maar in ieder geval aandoenlijk en prijzenswaardig.
Met een klein beetje pijn in ons hart varen we ’s ochtends weg van deze prachtige plek. We steken de Golf van Korinthe weer schuin over naar de andere kant. Een flinke tocht, de bestemming is het plaatsje Kiato. De laatste tussenstop voordat we in Korinthe zijn. De tocht er naar toe is bizar, het waait niet, het water is vlak als een spiegel en er hangt een soort waas (geen mist) die ver vooruitkijken onmogelijk maakt. Alles bij elkaar een bijzondere ervaring.
Het dorpje Kiato heeft wel een haven maar het grootste deel daarvan is industrieel. We liggen dus aan een kale betonnen kade met weinig sfeer. Gelukkig is er nog wel een klein strandje waar we het einde van de middag door kunnen brengen. De nacht is een beetje onrustig vanwege het klotsen aan de kade. Geen probleem om morgen weer snel verder te gaan.
De laatste etappe voordat we door het kanaal van Korinthe kunnen brengt ons naar het stadje Korinthe aan de Westkant van het kanaal. Het is dinsdag en dat is precies de dag dat er altijd onderhoud aan het kanaal wordt gepleegd, direct het kanaal door is dus geen optie. Het tochtje naar Korinthe gaat weer op de motor en duurt maar twee uurtjes. Er schijnt een soort van marina te zijn en een industrieel deel. De marina blijkt echter geen optie. Ook hier weer een sterk staaltje Griekse chaos, her en der wat vissersboten, veel meerboeien midden tussen de steigers en daardoor maar weinig overblijvende plekjes. Samen met nog een viertal andere schepen liggen we uiteindelijk weer aan de kade in het industriële deel van de haven. In dit geval wel met meer sfeer dan in Kiato want het centrum van Korinthe ligt vlakbij. Veel winkels, terrasjes en een groot plein waar ’s avonds een liveoptreden van een Griekse band (helaas traditionele Griekse muziek) plaats vindt. We liggen een groot deel van de middag op twee heerlijke strandbedjes met uitzicht over de Golf van Korinthe. Een beetje zwemmen, wat lezen en natuurlijk een heerlijk drankje. De nacht is vanwege de ligplaats weer redelijk onrustig, lekker rustig slapen begint toch wel een beetje een dingetje te worden.
Met twee Franse boten hebben we afgesproken om de volgende ochtend rond een uur of acht ons aan te melden voor doorvaart door het Kanaal van Korinthe, dat blijkt uiteindelijk zelfs half acht te worden en met ons drieën liggen we rond kwart voor acht te wachten tot de lichten op groen gaan. Het Kanaal van Korinthe is bijna 5 kilometer lang en eenrichtingsverkeer, iedereen moet dus wachten op z’n beurt. Wij mogen er vrijwel direct doorheen en met drie zeilschepen vormen we een mini-konvooi door het kanaal. Het is een hele belevenis. Het Kanaal is al heel erg lang geleden uitgegraven om een verbinding te krijgen tussen het water rond Athene en de Golf van Korinthe en uiteindelijk een groot deel van de Middellandse Zee. De steile wanden zijn soms wel 70 a 80 meter hoog, de bruggen die de wanden verbinden zijn dus geen probleem voor onze masten. We maken veel foto’s en filmen een deel van de doorvaart. Aan het einde van het kanaal varen we de Saronische Golf in, het belangrijkste vaarwater ten zuiden van Athene en Piraeus. Voordat we verder mogen moeten we trouwens nog wel even afrekenen voor het mogen gebruik maken van het kanaal. Via een ingewikkelde berekening komen ze uit op 134 euro, het duurste stukje vaarwater van onze hele reis.
De Saronische Golf en later de Argolische Golf vormen het vaargebied van de komende weken. We kennen dit gebied al redelijk goed van eerdere zeilvakanties in 2003 en 2011. De bestemming voor vandaag is het plaatsje Aegina op het eiland Aegina. Dat is de plek waar we Fred en Joyce zullen oppikken. Zij zijn gisteravond met het vliegtuig in Athene aangekomen en pakken vandaag de veerboot naar Aegina. De tocht van het kanaal van Korinthe naar Aegina gaat voor een deel op de motor en voor een deel zeilend. Bij het passeren van twee eilandjes zie ik op 5 meter afstand een dolfijn bovenkomen. Dat was alweer een tijdje geleden.
Bij het naderen van Aegina zien we al de nodige veerboten ook die richting opgaan. Aegina is een redelijk druk havenstadje waar vooral veel Atheners het weekend doorbrengen. We zijn er redelijk op tijd maar toch is het al lastig om een goed plekje te vinden. Dat lukt na even zoeken gelukkig wel en bij het aanmeren zien we al een enthousiaste Joyce op de kade staan zwaaien. Ze kan ons gelijk een handje helpen bij het aanmeren, altijd handig. Zodra de Sailabout vast ligt krijgen we de gelegenheid voor een uitgebreide begroeting van Fred en Joyce. Ze hebben al een prima plek op een terras ingenomen en daar schuiven we bij aan. Super om ze hier te treffen en deel te maken van een stukje van onze reis. Gedurende een dag of 6 bestaat de bemanning van de Sailabout weer uit vier personen. Maar eens even kijken of we echte zeilers van ze kunnen maken.
Na een middagje borrelen schuiven we aan bij een lokaal restaurant direct aan het water. De maaltijd is goed en het gezelschap is top. Na het eten kijk in samen met Fred nog een laatste stukje Ajax tegen het Griekse PAOK op een plaatselijk terras met beeldscherm. En als Davy Klaassen aan het einde van de reguliere speeltijd de winnende treffer maakt zijn we blij dat we kunnen gaan slapen. Aegina is hectisch, daar waar de loopplank de kade raakt razen ook de brommertjes, auto’s en zelfs vrachtauto’s voorbij. Dat samengevoegd met overactieve kerkklokken, de hitte en de nodige deining in het water van de vertrekkende veerboten zorgt het voor een onrustige nacht, alhoewel de gasten prima slapen in de voorpunt van de boot.
Donderdagochtend vertrekken we richting Poros, een eiland waar Thea en ik goede herinneringen aan hebben. Het is prima zeilweer en tegen de tijd dat we aan een lunch toe zijn liggen we geankerd in een prima baaitje vlak voor Poros. We zwemmen, zonnen en eten en genieten van de omgeving. Tegen een uur of vier leggen we het laatste stukje af richting de lange kade van Poros. We vinden een prima plekje in het “rustige” deel van de kade met een mooi uitzicht over de baai van Poros.
Rond een uur of half negen wandelen we langs de kade richting het deel waar de meeste restaurants te vinden zijn. We worden al snel aangesproken door restauranthouder “George” die helemaal geen George heet maar onder die naam wel bekend is in verhalen die we delen met Lisa en Mirthe en Gea en Jeroen tijdens een eerder verblijf in dit prachtige stadje. Met een gratis welkomstdrankje weet hij ons wederom over te halen om op zijn terras aan te schuiven. We krijgen een lekkere maaltijd voorgeschoteld en vermaken ons ook deze avond weer uitstekend. Poros is een plek waar je je snel thuis voelt.
De vrijdag (volgens de gasten nog steeds donderdag) maken we het schip klaar voor een volgende etappe. Via een smal kanaaltje tussen Poros en het vaste land (De Peloponnesos) komen we terecht in ruimer water. Alweer is het super zeilweer. Met een stevige wind beginnen we aan het eerste stuk richting Hermione. Tijdens het lange stuk langs het eiland Hydra speelt de wind een spelletje met ons. Hij varieert constant van kracht en richting. Het is een heel gedoe om met dezelfde zeilvoering onder alle omstandigheden te kunnen blijven zeilen. Af en toe moet zelfs de motor even aan. Het is goed om te zien dat onze gasten, Fred en Joyce, uit het juiste zeilershout zijn gesneden, ze pakken aanwijzingen snel op en leren in recordtempo. Daarnaast is het natuurlijk erg gezellig.
Tijdens de redelijk lange tocht naar Hermione komen we geen echt geschikte ankerplek tegen. Als we uiteindelijk de baai van Hermione bereikt hebben besluiten we eerst maar even in de baai te ankeren om zo nog wat te kunnen zwemmen. Maar de baai is erg zanderig en heeft het qua zwembeleving net niet. Dus na een half uurtje kiezen we er voor, onder lichte druk van de schipper, om toch maar af te meren aan de kade. Daar is niet veel plek dus als we langer wachten zou het vol kunnen zijn. De kade is wat klotserig en we maken ons wat zorgen om een eventuele onrustige nacht. Dat blijkt later redelijk mee te vallen als de wind weg zakt. Het plaatsje Hermione heeft letterlijk twee kanten. Aan de ene kant (Zuidelijk) de baai waar geankerd kan worden en waar een kleine kade is om af te meren. En aan de andere kant (Noordelijk) meer open water waar echter ook schepen kunnen liggen. Direct gelegen aan een wandelpad (weg) waar ook een groot aantal barretjes en restaurants te vinden zijn. We kiezen een restaurant met uitzicht over het water en laten ons het eten heerlijk smaken. Na nog een kleine rondwandeling besluiten we de avond met een borrel in de kuip van de Sailabout. Alles bij elkaar weer een prima dag. Morgen staat het hectische Hydra op het programma maar daarover meer in het volgende verhaal.