11 t/m 15 juni 2016, geschreven door Thea
Minder weer en een prachtige omgeving
Die middag klaart het in Lumbarda toch nog op. Om kwart voor 3 wordt het droog en 10 minuten later schijnt de zon. Dat verzacht de onafgebroken regenduur van een uurtje of 6 toch wat. Er komen nog wat schepen binnen met bemanning die allemaal verzuchten dat dit wel een heftig dagje was met zoveel regen en onweer in de buurt. We zijn blij dat we zijn blijven liggen.
De volgende dag is het tegen de verwachting in zonnig als we opstaan. De buren zijn zo vriendelijk al wat eerder weg te gaan, zodat wij een vrije uitvaart hebben. Met een klein beetje pijn in het hart verlaten wij Lumbarda. Het is een heerlijk kneuterig (later proberen we dit woord nog aan een Engelsman uit te leggen) plaatsje. Prachtige uitzichten, alles lekker dicht bij de hand, en ook nog eens goedkoop ook! Wij liggen eigenlijk liever in dit soort plaatsjes dan in het meer toeristische Korcula. Daar gaan we dan wel met de fiets naar toe.
En nu naar het veel geprezen Mljet. Dit schijnt de parel van Zuid Dalmatië te zijn, een eiland wat alles heeft. Prachtig groen met veel heuvels, schitterende baaien, super helder water. Afijn, alles waar een zeiler van droomt. De tocht verloopt prima. Als gezegd valt het weer reuze mee, we hadden harde wind en flinke bewolking verwacht. Maar we zitten de hele weg in het zonnetje, de wind is weliswaar qua richting niet helemaal gunstig, we moeten wat kruisen, maar komt niet boven de 16 knopen. Prima zeilweer dus.
In de loop van de middag komen we bij Pomena, aan de noordwest kant van Mljet. We hebben gelezen dat er een gewone kade is waar je kunt aanleggen, maar dat je ook bij een restaurant kunt gaan liggen. Je betaalt dan geen liggeld, maar wordt wel geacht daar te gaan eten. We hebben eigenlijk een voorkeur voor de algemene kade, maar daar liggen als wij aankomen alleen twee grote charterboten. Aan de overkant bij de restaurants verschijnen per restaurant een mannetje/vrouwtje die hun hand omhoog steken en een van hun mooringlijnen boven water houden. Dat is een wonderlijk gezicht. 5 mensjes op een rij die graag willen dat je daar gaat liggen. Omdat de algemene kade niet echt uitnodigt, en ook omdat het wind technisch wat gunstiger is, gaan we voor een restaurant. Het is niet druk, dat komt omdat het zaterdag is. Zaterdag is de ‘wisseldag’ voor veel huurboten. En de havens waar die voornamelijk liggen, zijn een dag of 2 – 3 varen van hier. Het weekend is dus een prima tijd om hier te zijn als je het niet al te druk wilt hebben. Door de week ligt het hier in juni nu al vol.
Als we aangelegd hebben besluiten we een wandeling te gaan maken. We zitten midden in een National Park (NP), en er is een zoutmeer hier op loopafstand vandaan. Al snel zien we het ‘tolhokje’ voor het NP. De dame legt ons uit dat we een eindje kunnen lopen, maar dat we voor omgerekend € 2,50 extra een boottochtje kunnen maken naar het eiland in het grote zoute meer. Dat lijkt ons een goed idee, je kunt tenslotte nooit genoeg op het water zitten 😉 Het wordt een leuk tochtje, een uitje binnen ons uitje zogezegd. Het is al een mooie wandeling naar een meer met prachtige kleuren, en het boottripje en het bestemmingseilandje Sv Maria is met haar uitzichten, de oude muren en andere bebouwing ook weer bijzonder. Helemaal leuk om dit in een paar uurtjes te kunnen doen. ’s Avonds eten we dus in ‘ons’ restaurant, en nemen en passant even een voetbalwedstrijdje mee die zo’n beetje in elk restaurant op een tv scherm vertoond wordt. Als we de rekening krijgen zijn we aangenaam verrast, eigenlijk zijn we niet meer kwijt dan het liggeld in een grote of populaire haven en Mljet wordt toch echt wel als populair gezien. Bij de algemene kade zien we later nog een bord met de haventarieven, we hadden daar voor een kleine € 10 minder gelegen, en nu hebben we er nog eten bij ook! Enige verschil is dat er geen toiletten en douches zijn, dat dan weer niet. Van de mensen van het restaurant horen we overigens dat het hier gister noodweer is geweest, door de onweer ligt internet er zo’n beetje uit. Het is slechts 11 mijl bij Lumbarda vandaan, op zo’n klein afstand kan het weer dus enorm verschillen.
De volgende dag gaan wij een stukje verder naar het oosten van Mljet. Ons doel is Okukelje, als de baai net zo bijzonder is als haar naam, wordt het smullen. In de pilots hebben we natuurlijk al gelezen dat dit een van de parels (als in baaiparels) van het eiland is, maar dat je eigenlijk geen lelijke baai tegen gaat komen. Helaas is het motoren vandaag, we hadden gehoopt op een wat zuidelijkere wind, maar door de ligging van het eiland waait hij iets meer vanuit de oosthoek, de wind waait een beetje om het hoekje zeg maar, en tja daar gaan we dus juist naar toe. Gelukkig is de wind het grootste deel van de reis zeer matig, en soms is hij er bijna niet. Oftewel, de wind was niet echt onze vriend vandaag, maar veel last hadden we er ook niet van. We genieten weer van het uitzicht, dit keer dus op het mooie heuvellandschap van Mljet. De ingang van de baai is met het blote oog bijna niet te zien. De heuvels lopen in elkaar over, en het groen overlapt, zodat het niet makkelijk is de opening te ontwaren. Maar gelukkig is dat overkomelijk, de plotter heeft er geen probleem mee, en leidt de weg. Het bijzondere van de baai van Okukelje is dat het omgeven is door relatief hoge heuvels die redelijk steil aflopen, dat geeft een bijzonder gevoel aan de baai.
We komen binnenvaren en zien net als bij Pomena mensen in verschillende kleuren shirts op verschillende steigers naar ons staan te zwaaien. Wij kijken vooral naar een wat makkelijke aanleg, we hebben toch geen idee van de restaurants. Nou gaat de aanleg door een plotselinge valwind niet helemaal soepel, maar we redden ons ook nu weer zonder iets of iemand te raken. We blijken voor een heerlijk authentiek restaurant te liggen, Baro. Ik noem het even authentiek, maar met de bouwmarktstoeltjes van een tientje en de tafels met de geblokte plastic tafelkleden uit de jaren zestig zou je het ook armoedig kunnen noemen. Het gebouw is zeker niet zo oud, het is vanwege de inkomsten vast nog niet zo lang geleden vernieuwd. Voor de eigenaar (gaan wij even vanuit) en zijn gezinsleden die meehelpen in de keuken en de bediening, geldt eenzelfde omschrijving als die van het interieur. Ik heb daar wel plezier in, niks patserige uitstraling of deftigheid in deze prachtige baai die eigenlijk alleen door zeilers wordt bezocht. Gewoon ouderwetse boeren degelijkheid. Ik gok ook dat de man eerst geitenfokker was, of dat hij van de familie een olijfgaard heeft overgeërfd ofzo, zo ziet hij er in ieder geval wel uit. En toen ineens kwam het toerisme naar de baai waar hij altijd gewoond had, en wat doe je dan? Deze man is gewoon puur toevallig in de horeca terecht gekomen, en ze doen hun best ons gastvrij te onthalen, heerlijk verhaal. Het moet gezegd, het niveau van het eten wordt ook een op een doorgetrokken. Gewoon doperwten uit blik bij de kip, maar dat geeft helemaal niets. Na het eten kijken we onder het genot van een biertje samen met een aantal Duitsers, maar ook wat Noren, Kroaten en (volgens mij) Oostenrijkers, hoe Die Mannschaft haar eerste wedstrijd op het EK wint. En de rekening aan het eind van de avond is ook in stijl, zeer gering. We geven maar een extra fooi, dit was weer een erg leuke ervaring.
Op maandag gaan we terug naar het vasteland, dat was al weer even geleden. We willen naar Slano, een mooie baai met ook weer een naar oorlogsverhaal. In 1992 is het hele dorp op een kerk en 3 huizen na, volledig platgebombardeerd. Het blijft onvoorstelbaar en verschrikkelijk, nog geen 25 jaar geleden zo’n oorlog en zoveel vernietigd. Slano was voor deze tijd al druk bezocht door zeilers, daarna is het dus een stuk minder geworden, er was qua infrastructuur niet zoveel meer. Maar ongetwijfeld mede omdat het zo’n prachtige baai is, is het dorp weer opgekrabbeld. Er staat een 5 sterren hotel en er is ook een nieuwe haven. Daar gaan we dus heen! We worden uitgezwaaid door de ‘familie Baro’ en draaien de baai uit.
Op het open water staat toch meer wind dan we in de baai voelden en ook dan vermeld stond in de weerberichten, die we uiteraard trouw elke ochtend bestuderen. En helaas is de richting waar we heen gaan net niet te bezeilen. De wind blijft toenemen maar is niet extreem. Wel worden de golven bijna met de minuut hoger. We besluiten de genua uit te rollen, zodat we iets stabieler liggen en we houden de motor erbij aan. Motorzeilen heet dat, dan kun je nog een stukje hoger aan de wind varen dan alleen op het zeil, zo halen we de beoogde koers net. De golven blijven in hoogte toenemen, als we denken dat goed 2 meter toch al best hoog is voor hier, nemen ze gewoon nog wat toe. Onze schatting is dat we op het laatste deel richting de beschutting van de Elafiti eilanden de golven regelmatig tegen de 4 meter hoog zijn, en da’s best hoog. We zijn blij als we tussen de eilanden voor de kust komen, de golven zijn als bij toverslag verdwenen. De wind is er nog wel, maar als gezegd die is niet extreem hard. Vanuit het zuiden zien we een enorme zwarte lucht aankomen, we haasten ons naar de haven van Slano. Maar helaas ……. De nieuwe haven is nog niet open! Die heeft vertraging opgelopen bij de bouw en gaat pas 1 juli in bedrijf. Eigenlijk verbaast ons dit niet eens, we vinden dat ze hier sowieso erg laat in het seizoen met bouwwerkzaamheden bezig waren bij de verschillende havens. Aan de kade van het dorp is overigens plek genoeg, maar geen havenmannetje te zien. We besluiten zelf aan te leggen en vragen een voorbijganger om hulp. Dit blijken Nederlanders te zijn, dus de communicatie gaat zonder problemen, behalve dat het geen zeilers zijn en dat we wel duidelijke instructies moeten geven. Als we liggen besluiten we een stukje op te schuiven, we liggen net in een knik van de kade. Dan komt het havenmannetje aan, en die begint te foeteren en orders uit te delen aan ons en ook aan onze buurboot, die klaarblijkelijk ook zonder hem heeft aangelegd. Had hij er maar op tijd moeten zijn, de mopperkont. We trekken ons er niet veel van aan, en René schopt hem nog even tegen het zere been door over de nieuwe haven te beginnen. Aan de reactie van de man kunnen we horen dat dat ‘de concurrent’ gaat worden. Wij roepen hem uit tot knorrigste havenmannetje tot nu toe.
We vermaken ons verder prima hier. Supermarktje om de hoek, prachtig uitzicht weer (sorry, ik weet dat het zeer eentonig wordt) en het is lekker weer aan het worden. De donkere luchten verdwijnen zonder een spatje regen en het zonnetje gaat zelfs nog even schijnen, prima de luxe. Maar we blijven dus niet als gepland 2 dagen. We zouden in de nieuwe marina de was weer even doen, en de boot vast poetsen etc. Dat wordt dus niet wat hier. Dus zetten we maar een dag eerder dan gepland koers richting Dubrovnik.
Weinig wind vandaag. We proberen halverwege de rit nog even te zeilen met een knoop of 6, maar na een klein uur zakt de wind terug naar 2 – 3 knopen, we liggen zo’n beetje stil. Dan de motor toch maar weer aan. De route tussen de eilanden en het vaste land is overigens weer prima qua uitzicht. De aanloop naar Dubrovnik is ook leuk, al kun je vanaf het noorden komend nog niets zien van de zo beroemde oude stad. Die ligt aan de zuidkant. Het aanzicht van de hoge brug, Gruz en de grote cruiseschepen is toch ook wel weer apart. We besluiten naar de ACI haven te gaan die een kleine 2 mijl het binnenland in ligt. We gaan dus weer een rivier op. Het tochtje is minder indrukwekkend dan die naar Skradin (zie week 7) maar scoort zeker een ruime voldoende. De haven ligt op een prachtige plek met rondom vrij steile hellingen. Een van de grappige zaken is dat er op het terrein van deze haven een oud gebouw staat. Ze noemen het ‘castle’ maar dat vind ik overdreven het is meer een oud landhuis met een hele grote aangelegde 19e eeuw uitziende tuin. Dat in een oogopslag met al die masten geeft een grappig effect.
We wilden nog wat bootgerelateerde zaken regelen. We zoeken nog een elektriciteitskabel en René wil eigenlijk proberen 2 van onze zonnepanelen boven de bimini (zonnescherm) te plaatsen. Daar heeft hij een rvs buis voor nodig. Helaas zijn de beloofde watersportzaken aanzienlijk minder groot dan verwacht. Er is niets van dit alles te krijgen. We gaan woensdag met de bus nog even naar een andere haven in de buurt, kijken of daar een breder assortiment is. Wat wel lukt is de was. Weliswaar wel weer tegen een belachelijk hoog bedrag voor onze begrippen, maar goed het is hier niet anders. Voordeel is wel dat het op het haventerrein is, en we dus niet al te ver met alle kilo’s was hoeven te slepen.
Woensdag wordt het verder nog wat schoonmaken. Donderdagochtend komen Sandra en Iris aan, dus de boot moet er weer een beetje fatsoenlijk bijliggen. In de loop van de middag brengen wij dan een eerste bezoek aan Dubrovnik. Als goede reisleiders zullen we de stad alvast gaan verkennen. Net voordat we op pad gaan krijgen we een kleine tegenslag te verwerken, ineens doet de koelkast weer raar. René heeft een tijdje geleden een bypass bedacht, door een elektriciteitsdraad rechtstreeks op de accu te zetten. Het gekke is, dit heeft nu een dag of 5 – 6 prima gewerkt, en nu ineens is het weer mis. Afijn, zorg voor later, we gaan op pad naar Dubrovnik.
Direct voor de haveningang is een bushalte. Voor € 2 word je in een klein kwartiertje naar het hartje van Dubrovnik gebracht. Wij stappen even eerder in Gruz uit om als gezegd naar wat materiaal op zoek te gaan. De stop is recht voor een groot cruiseschip, wat zijn dat toch enorme kolossen en er liggen hier in Dubrovnik nu 2 mega’s en 2 wat kleinere tegelijk, dat zal een behoorlijke drukte geven in The Old Town. We slagen half voor wat betreft de benodigde materialen. We kunnen hier in Kroatië sowieso geen grote ‘doehetzelf’ winkels vinden. Bijzonder wel, maar goed, misschien weten we ook niet goed genoeg waar te zoeken.
We willen eigenlijk de bus weer even nemen naar het oude deel, maar het wachten duurt ons te lang. Dit heeft zeker ook te maken met het feit dat we langs een drukke weg staan te wachten, en we vinden dat er veel te veel verkeer is. Een vieze stinkstad vinden we het, we zijn dit echt niet meer gewend. We kunnen ons niet meer herinneren wanneer we zoveel auto’s bij elkaar hebben gezien. We lopen dus weg van de drukte richting het water. En dan besluiten we ook maar door te lopen naar de oude stad. Zo ver is het nou ook weer niet. Daar aangekomen zijn we zeker niet van de drukte af, dat hadden we ook niet verwacht, maar dan gaat het voornamelijk over mensen. Dubrovnik is een van de grootste attracties van Kroatië, we waren al gewaarschuwd. Maar des al niet te min is het de moeite waard. Overigens is Dubrovnik in 1991- 1992 ook voor 86% kapot geschoten. Maar de inwoners van Dubrovnik gaven zich niet over, hun verzet hield stand. De historici zijn het erover eens dat dit heeft bijgedragen tot het ingrijpen van het Westen toen Dubrovnik dreigde helemaal platgebombardeerd te worden. De inwoners van Dubrovnik worden door hun landgenoten dan ook met alle egards behandeld. Na de oorlog is het oude stadsdeel met steun van Unesco weer in haar volle glorie hersteld. Dit is uiteraard wel te zien, er is veel materiaal hergebruikt, maar je kunt je voorstellen dat niet alle oude dakpannen er meer (heel) waren. Alles is wel weer opgebouwd zoals het voor de beschietingen was. En het is zonder meer indrukwekkend. We hebben wat binnen de muren rondgescharreld, en een wandeling over de stadsmuur gemaakt en genoten van alle prachtige uitzichten, zowel over de stad alsook over het water en de kustlijn. We eten begin van de avond nog even wat in het oude centrum, en nemen dan moe maar voldaan de bus weer terug naar de haven.
Morgen komen de nieuwe opstappers. Sandra komt op herhaling, maar neemt deze keer Iris mee. Kijken wat dat komende dagen voor avonturen met zich meebrengt!